Eerste single ‘Violet Hill’ was al even schrikken voor sommigen, maar bleek meteen een schot in de roos te zijn. Een sterke melodie gekoppeld aan een rauwheid die Coldplay tot dit album vreemd was. En daar blijkt het album vol mee te staan, vaak nog verder verwijderd van de Coldplay van weleer dan al op ‘Violet Hill’ het geval was. Het is niet meer simpel piano of akoestische gitaar, aangevuld met elektrische gitaar, bas en drums, maar er wordt veel meer ingezet. Keyboards, orgels, strijkers en vaak meerdere gitaren, met daarbij tamelijk ingewikkelde en gelaagde songstructuren. Ja, we hebben het nog steeds over Coldplay, maar wel Coldplay nieuwe stijl. Ze lieten zich bijstaan door Brian Eno en dat is te horen, aan de vaak experimentele outro’s bijvoorbeeld. De meesterproducer en ambientgoeroe Eno, die eerder samenwerkte met onder meer Genesis, David Bowie en U2. Ook het bijna caleidoscopische van Viva La Vida lijkt de invloed van hem te zijn. Er wordt uit heel wat verschillende vaatjes getapt en dat komt de samenhang niet altijd ten goede, maar de afzonderlijke stukken blijven dermate interessant dat het totale album zeer zeker kan beklijven.
De liefhebbers van de zoetgevooisde (piano)ballads komen bedrogen uit. Een enkele keer wordt er nog geflirt met de vertrouwde en makkelijk in het gehoor liggende popliedjes. Zo is ‘42’ nog een nummer oude stijl, in eerste instantie althans. Een gedragen song en Chris Martin als man van de grote gebaren en dat is zoals we hem kennen. Maar op Viva La Vida duurt dat maar anderhalve minuut. Zo halverwege slaat het nummer om en zijn het de elektrische gitaren die om aandacht vragen en is het vooral rauw en chaotisch. En zo zijn er meer onnavolgbare wendingen in nummers. De tweeluiken ‘Lovers In Japan/Reign Of Love’ en ‘Yes’ zijn indrukwekkend en bij vlagen onnavolgbaar tegelijk. In deze twee tracks die na elkaar volgen gebeurt meer dan op alle drie de voorgaande albums van Coldplay te samen.
Waar Coldplay op derde album X & Y nog wat angstvallig op zoek was naar een nieuwe ‘Clocks’ of een nieuwe ‘The Scientist’ (wat maar niet wilde lukken), op Viva La Vida lijkt het of er een hele last van de schouders is gevallen. Het klinkt bij vlagen experimenteel en ongekend rauw en het is daarbij een echt gitaaralbum geworden, de piano wordt niet heel vaak van stal gehaald. Bas en drums zijn daarbij stuwend en overduidelijk aanwezig. Afsluiter ‘Death And All His Friends’ begint tot slot als een echt klein liedje, waarbij de piano duidelijker aanwezig is, maar ook hier barst het nummer halverwege helemaal open. En is de outro futuristisch en typisch Eno en eindigt het album zoals het ook begon op openingstrack ‘Life In Technicolor’. Zo houdt Coldplay de rust geen enkele keer een heel nummer uit en is het geheel onstuimig, smaakvol, verrassend en heel sterk, maar ook soms wat al te onrustig, onsamenhangend en gecompliceerd. Er zullen zeker Coldplay fans gaan afhaken, maar het is ook zeker dat zelfs notoire Coldplay haters dit album te verhapstukken gaan vinden.
N*E*R*D* - Seeing SoundsDe bewierrookte groep N*E*R*D , bestaande uit de Neptunes (Pharell...
Dantesco - Pagano Er zijn zo van die landen waar je nou niet bepaald een bloeiende metal scene...