Na de succesperiode in de jaren tachtig kwam in de jaren negentig enigszins de klad in de inspiratie. Reden voor zanger Bruce Dickinson om de band te verlaten, om vervolgens in 1999 weer toe te treden en de band nieuw leven in te blazen. Door het herintreden van Dickinson, en het eveneens opnieuw toetreden van gitarist Adrian Smith, hervond de band weer zijn inspiratie en bracht wederom puike albums uit. De nieuw schijf is alweer de vierde na het nieuwe startpunt en zeker niet de minste.
Iron Maiden weet op The Final Frontier elementen uit het verleden een nieuwe en moderne draai te geven, waardoor het album helemaal van deze tijd is. Regelmatig wordt teruggrepen op het geluid van Seventh Son Of A Seventh Son, nog altijd één van de beste platen uit de rijke catalogus van de band, en Somewhere in Time. Dat er soms wat riffs uit het verleden worden gerecycled is na vijftien platen onvermijdelijk, maar de band weet dat perfect te verbloemen in tien ijzersterke songs. Daarbij klokken zeven van die songs tussen de zeven en elf minuten, waardoor je weet dat we een heel arsenaal aan complexe nummers krijgen voorgeschoteld. De lijnen worden, zoals altijd, uitgezet door bassist Steve Harris, maar alle leden (op drummer Nicko McBrain na) hebben hun steentje bijgedragen. Het maakt dat het album een mooie mix van complexe songstructuren en toegankelijke metalsongs herbergt.
Het album opent met het voor de band vreemd, wat futuristisch klinkend, ‘Satellite 15’ , waarna halverwege de herkenbare titeltrack invalt. Vervolgens is het een feest der herkenning. Vlotte nummers als ‘El Dorado’, dat zo op Powerslave had kunnen staan, en ‘The Alchemist’ zijn nummers die ongetwijfeld een vaste plek in de setlist gaan krijgen. Deze nummers kenmerken zich door geweldige hooks. ‘Isle Of Avalon’ heeft een intro dat gebaseerd is op dat van de ‘The Clairvoyant’, maar is verder een geweldige compositie. Luister maar eens naar de fraaie solo halverwege. Adembenemend! Het hoogtepunt is misschien wel het acht minuten durende ‘The Man Who Would Be King’, waarin het belang van drie gitaristen nog eens wordt benadrukt, maar ook ‘Starblind’ is meeslepend en had zo op Seventh Son Of A Seventh Son kunnen staan. De elf minuten durende afsluiter ‘When The Wild Wind Blows’ bevat enige folk elementen en klinkt wat afwijkend voor Iron Maiden begrippen, maar is ook weer een geweldig episch werkstuk.
Hoewel de bandleden allemaal ruim de vijftig zijn gepasseerd zit er nog geen enkele slijtage op de band. Iron Maiden klinkt nog net zo vitaal als in de jaren tachtig en elke beginnende metalband zou dit sympathieke zestal als blauwdruk moeten nemen. Natuurlijk weet je wat je kunt verwachten, maar dit album is zo vakkundig uitgevoerd dat dit verplichte kost is voor elke metalhead!
Eerdere recensies van Iron Maiden:
- 06-07-2009: Flight 666;
- 03-03-2008: Live After Death;
- 06-11-2006: A Matter of Life and Death.
I Do I Do - More LightHet is maar een klein landje, maar dat er heel wat moois uit België komt is...
SirOJ - Goed Ontmoet Het mag gerust een unicum genoemd worden in de prille Nederlandstalige hiphop...