Queensrÿche

Queensryche werd in 1981 opgericht door de gitaristen Chris DeGarmo en Michael Wilton, tezamen met Eddie Jackson (bas) en Scott Rockenfield (drums). Na verloop van tijd voegde zanger Geoff Tate zich bij de band. Queensryche is net als vele grunge bands afkomstig uit Seattle, Washington.
In de vroege jaren tachtig nam de band een EP en twee albums op: 'Queensryche'(1981), 'The Warning'(1983) en 'Rage for Order'(1985). Ondanks de overduidelijke invloeden van bands als Iron Maiden en Judas Priest en de in die tijd populaire glammetal, onderscheidden deze album zich door ingewikkelde, niet voor de hand liggende composities en doordachte teksten.
Het album 'Operation:Mindcrime' (1988) staat te boek als een (cult) klassieker. Met 'Empire' (1990) werd de band bekend bij een groter publiek. Het album 'Promised Land' (1994) heeft een meer introspectief karakter en wordt door velen gezien als een compositioneel en tekstueel meesterwerk.
Op het album 'Hear in the Now Frontier' (1997) experimenteert men met een meer rechttoe rechtaan aanpak voor haar composities. Gitarist Chris DeGarmo kondigt begin 1998 zijn vertrek uit de band aan. DeGarmo is tot dan toe de belangrijkste componist in de band geweest en de toekomst van Queensryche is onzeker.
Met Kelly Gray neemt men 'Q2K' (1999) op, maar Gray verlaat de band twee jaar na de release van dit album.
In 2002 wordt bekend dat Queensryche in de originele bezetting (dus met DeGarmo) aan een nieuwe plaat werkt. Dit levert het album 'Tribe' (2003) op.
Gedurende de wereldtour ter promotie van 'Tribe' staat gitarist Mike Stone, die het nummer 'Losing Myself' op aan het album bijdroeg, met Queensryche op de planken.