In hun thuisland de Verenigde Staten is er genoeg om je over op te winden en dat doen ze dan ook. Met een hoop branie en gejaagde nummers geven ze hun kijk op actuele aangelegenheden zoals de rassenkwestie. Of over de geplande muur van Trump, in het liedje ‘A Wall’. De schelle stem van Victoria Ruiz voert hierin de boventoon en voorziet de nummers van urgentie. Zoals haar naam al doet vermoeden is ze ook Spaanstalig en daar wordt handig gebruik van gemaakt in nummers als ‘Claria Rancia’, ‘Tont’ en het pamflet tegen white supremacy ‘Somos Chulas (No Somos Pendejas)’.
Over het algemeen zijn het snoeiharde liedjes met goede baslijnen en krijsende gitaren. De band weet de aandacht goed vast te houden door variatie aan te brengen met 80s synthesizer klanken en saxofonen. Die voegen kleur toe en geven de agressieve nummers warmte mee. Dit is fraai toegepast in ‘Lips That Bite’, dat daardoor zelfs iets dansbaars krijgt. Hierdoor wordt je niet murw gebeukt en blijft de plaat boeien.
Downtown Boys is een band die de barricades op gaat en Cost Of Living is een boze plaat die reageert op de toestand in de Verenigde Staten. Maar tegelijkertijd vraagt de band zich ook af wat een leven waard is, vooral wanneer je tot één van de minder gelukkigen behoort en de “American Dream” ver weg is. De tijd zal leren hoe relevant en houdbaar hun muziek is, maar dat zal ze een rotzorg zijn. Op dit moment is het een uiterst relevante plaat, die de tijdgeest goed weergeeft en genoeg stof tot nadenken levert.
Wolves In The Throne Room - Thrice Woven Wolves In The Throne Room doet aan blackmetal dat is al snel duidelijk,...
Matthew Bourne - Isotach De Britse componist en pianist Matthew Bourne was de piano een tijdlang...