We moeten niet vergeten dat Quicksand ooit een zijdelingse kandidaat was om het gat in de rockmuziek op te vullen die de dood van Kurt Cobain achter liet. Halverwege de jaren negentig was de industrie naarstig op zoek naar ‘het nieuwe Seattle’ en het oog viel (weer) op New York. Logischerwijs eerst in en rondom het toen nog functionerende CBGB’s alwaar de restanten van de legendarische NYHC-scene bezig waren te experimenteren met wat later ‘Post Hardcore’ genoemd zou worden. Zo ook Walter Schreifels (Gorilla Biscuits/Youth Of Today) en zijn vrienden. En hoewel het met Manic Compression en vooral Slip twee klassieke albums afleverde, is het Quicksand nooit echt gelukt ‘The Next Big Thing’ te worden.
Met dat in het achterhoofd verdient deze band nog een flinkere pluim voor het feit dat ze, 22 jaar na de laatste release, de ballen hebben om ook productietechnisch niet hysterisch proberen om die belofte van toen alsnog in te lossen. Niks ‘typisch nineties’ maar ook geen krankzinnige hedendaagse trucs. Tegelijkertijd wel een vreemd en prettig organisch soort retro. Alsof de band al die jaren gewoon bestaan heeft en hun sound geëvolueerd is in hoeInteriors nu klinkt.
De plaat herbergt alles wat je zou verwachten: Felle en verrassende riffs op tracks als ‘Illuminant’ en ‘Under The Screw’, melancholische poprock op tracks ‘>’ en ‘Cosmonauts’. Dit alles met een spoortje van Fugazi, en een vleugje Deftones en Tool. Niks nieuws dus hier, en niks echt spectaculairs. Maar ook niks zo gênant als een band die nog eens gaat proberen te tippen aan hun meesterwerk. (En dan overal moet gaan verkondigen dat ze écht zelf geloven dat dit gelukt is.) De stille kunst van een gracieuze comebackplaat is je doen herinneren wat die band ooit zo vreselijk goed maakte. En beseffen dat ze dat nog steeds zijn. Hulde dus.
Tully Monster - SightseeingBij fans van The Gathering zal Marike Groot nog wel een belletje doen...
Ntjam Rosie - Breaking Cycles Wanneer je toe bent aan alweer je vijfde studioalbum dan kan het soms...