Zo opent het album met het kale ‘Bad Luck’ zoals je kunt verwachten van een singer-songwriter: veel ruimte voor de zang onder spaarzame begeleiding van strijkers, gitaar en piano. Daarop volgt echter meteen het stukken stevigere ‘Ordinary’, dat sterke popinvloeden kent en drijft op een stevige uptempo beat en passende gitaarhook. De gedeelde noemer tussen beide genres is uiteraard de stem van Barnes. Die is technisch gezien niet eens heel vernuftig, maar weet door slim gekozen melodieën toch op de meeste nummers de hoofdrol op te eisen. Dat wil niet zeggen dat de arrangementen zwak zijn: zeker op de wat meer poppy nummers valt op dat ze goed in elkaar steken en bij vlagen zelfs catchy worden. Dat komt met name doordat Barnes het kunstje van een nummer opbouwen naar een climax uitstekend beheerst, met ‘Smoke Signal’ en ’Hopeful’ als duidelijkste voorbeelden.
Duidelijk is dan ook dat het vooral de uptempo nummers zijn die er bovenuit steken, op één uitzondering na. ’Electron’ is het onbetwiste hoogtepunt en wordt juist bewust klein gehouden, zodat alle aandacht terecht naar de tekst uitgaat. Barnes vertelt hier het waargebeurde verhaal van Donald Crowhurst, een amateurzeiler die, gedreven door financiële problemen, meedoet aan een reis om de wereld, erachter komt dat zijn boot dat niet aankan en vervolgens uit schaamte besluit verzonnen posities door te geven. Acht maanden dobberde hij rond in de Atlantische oceaan, werd daar langzaam gek en sprong toen hem verteld werd dat hij aan de winnende hand was uiteindelijk overboord. De wanhoop en waanzin van Crowhurst worden waanzinnig goed vertaald naar de songtekst, waardoor het nummer een ijzingwekkende sfeer meekrijgt. De uitstekende blazers zorgen er bovendien voor dat het desondanks niet naargeestig wordt.
Na ‘Electron’ valt wel op dat de plaat langzaam begint in te zakken. Op de tweede helft van het album staan namelijk geen echte toppers meer en komen er bovendien wel erg veel downtempo tracks achter elkaar. Nummers als ‘Lovely Navigator’ of ‘Reykjavik’ zijn tekstueel weliswaar prima, maar ze weten door het langzame tempo en de minder gedreven zang desondanks onvoldoende te overtuigen. Dat is jammer, want daardoor gaat de plaat onnodig als een nachtkaars uit.
Vacancy At NASA is desondanks een prima, gevarieerde plaat geworden van een artiest die zijn vak duidelijk verstaat. Met name de poppy nummers mogen er zijn, maar ook in de singer-songwriter tracks vallen bij vlagen de puzzelstukjes uitstekend op hun plek. Laten we dan ook hopen dat Barnes vooral op het niveau van ‘Electron’ door weet te gaan.
Statue - KasperHet begint inmiddels aardig vol te worden in de platenbak met het kopje...
Sam Vance-Law - Homotopia Muziek is uiteraard niet alleen een middel om mensen te entertainen, maar het...