Online lijkt Ciaran Lavery (of misschien zijn management), graag te benadrukken dat hij toch echt niet de zoals al die andere jongens met gitaren is en dat hij zich kan onderscheiden van de gigantische berg singer-songwriters die momenteel muziek uitbrengen. Veel heeft hij niet om dit punt te bewijzen: de roodharige Noord-Ier heeft een hese stem, een regelmatig tokkelende akoestische gitaarpartij en zingt over de liefde. Volgens zijn promotiemateriaal zijn het zijn teksten die hem onderscheiden. Deze zijn inderdaad recht voor zijn raap, zo zingt hij op de single ‘To Chicago’: “I love you baby 'til the parking ticket runs out”. Tegelijkertijd bespreekt en benoemt hij ook mentale problemen, zo zingt hij op ‘Beast At My Door’: “There’s a beast at my door, and it wants to come in, and it tells me to be reckless and it talks about sin”. Hoewel hij hiermee op enkele liedjes overkomt als een eikel is het inderdaad verfrissender dan de meeste zoete liedjes.
In interviews verteld hij dat hij graag teksten schrijft waarbij mensen zich ongemakkelijk voelen, wat nog meer voor hem spreekt. Toch, wanneer je verder naar het album luistert, is er maar weinig dat hem onderscheidt van zijn collegae en blijft de muziek voorspelbaar. Het wordt een onmogelijke taak om ‘anders’ te zijn binnen het drukbevolkte indiefolkgenre en misschien is het ook maar beter om dit niet al te hard te proberen. Het belangrijkste is dat wat er gemaakt wordt goed is, fijn om te luisteren is en mensen aanspreekt. Het moge duidelijk zijn dat Ciaran Lavery aan al deze punten gemakkelijk voldoet. Soms is de hang naar uniekheid overbodig en is het goed om simpelweg blij te zijn met wat er wel is: een fijne, donkere plaat.
Audun Skjolberg - Last Day On EarthÁsgeir, Lykke Li, Thomas Dybdahl, Ane Brun en ach vooruit, hij is tenslotte...
Sean Christopher - Yonder De in Bristol wonende Nederlander Sean Christopher begon als drummer op het...