De sound is vergeleken met het eerdere werk van de band weinig veranderd. Nog steeds voeren de synthesizers de boventoon en nog steeds wordt hiermee een onderkoelde jaren ’80 sfeer neergezet die uitstekend past bij de stem van Callebout. Bij het debuutalbum merkte ondergetekende al op dat SX het vooral van de sfeer moet hebben en niet zozeer van de kwaliteit van de liedjes en deze observatie gaat ook op voor Eros. Waar Arche met bijvoorbeeld ‘Black Video’ en ‘Gold’ nog wel een paar opvallende songs bevatte, staan op Eros eigenlijk vrijwel geen uitschieters. En zeker geen uitschieters van het niveau van de genoemde songs.
De meest opvallende songs op Eros zijn het beklemmende, aan Fever Ray refererende ‘Falling’ en het uptempo ‘The Dancers’. De overige songs zijn degelijk, maar weinig verheffend. En de sfeer, die van Arche zo’n sterke plaat maakte, die is op Eros ook duidelijk minder aanwezig. Dit kan te maken hebben met het feit dat SX Eros zelf geproduceerd heeft, waar op Arche nog gebruik gemaakt werd van een gerenommeerde producer. Of misschien raakt de formule van SX gewoon een beetje uitgewerkt.
Het lukt SX op Eros niet om het niveau van het debuutalbum te evenaren. Is Eros hiermee dan meteen een slechte plaat? Dat zeker niet. Het is vooral een degelijke plaat die de fans van SX waarschijnlijk niet teleur zal stellen. Eros levert wat je van SX verwacht, niets meer maar ook niets minder. Om voor het grote publiek ook relevant te blijven, zou het echter leuk zijn als de band op een volgend album een extra dimensie aan de muziek weet toe te voegen. Of een paar ijzersterke songs weet te schrijven.
The Grand East - What A ManSoms kan een plaat een kwestie van ‘schijn bedriegt’ zijn. Zet What A Man...
Whispering Sons - Image Hamont, dat godvergeten dorp in de Belgische Kempen, schonk ons ooit hun...