Het album opent met het gezapige een-tweetje ‘People Know How To Love One Another’ en ‘Golden Oldies’, waar een beproefd Kensington-achtig trucje gebruikt moet worden om de (te) zwakke refreinen wat meer kleur op de wangen te geven; trefwoorden (in dit geval de songtitels) repeterend in koor mee laten galmen. Het mag niet baten helaas. Toegegeven, het vervolg van Duck is aardig. Met nummers als ‘Wait’ en ‘Target Market’ laten de mannen wel degelijk zien dat er nog wat te halen valt. Prima popdeuntjes, wellicht iets inwisselbaar en niet direct memorabel, maar knap gemaakt. Ook single ‘Record Collection’ blijft met een erg prettige bijna uptempo, Motown-achtige feel, fier overeind. De rest van Duck laat zich eigenlijk wel raden. Catchy (réte catchy, zeg maar gerust) heeft al lang en breed plaatsgemaakt voor jolig. Energie en power lijkt ingehaald door een ongenadige hongerklop.
Al dat overschreeuwen en het pathetisch zoeken naar een ‘I predict A Riot’ part deux daargelaten, kan je de mannen het maar lastig kwalijk nemen dat ze lekker blijven musiceren. Zolang er goesting is, waarom niet? Toch kan je er niet omheen dat Kaiser Chiefs dezer dagen vooral druk is met trekken aan een al lang gestorven paard. “Never dream that the party is over” zing Ricky Wilson in ‘Lucky shirt’. Je zou er bijna voor gaan vrezen.
Blow 3.0 - EqualityEr was een tijd dat muzikanten in een drukke winkelstraat of metrostation...
New Model Army - From Here Terwijl de heren van New Model Army kalmpjes aan hun vierde decennium...