Ook Dan Auerbach, de helft van The Black Keys en tegenwoordig een succesvol producer, bleek goed op de hoogte te zijn van die kwaliteiten. Ze waren elkaar namelijk al vaker tegen gekomen op diverse festivals en bekend met elkaars muziek. Er bleek een sterk wederzijds respect te zijn, dus een professionele verbintenis werd al snel beklonken. Na al een prachtig stel artiesten als Yola, Robert Finley en Jimmy ‘Duck’ Holmes te hebben verleid om gezamenlijk in zijn eigen Easy Eye Sound Studio te Nashville iets moois neer te zetten, drukte Auerbach ook zijn stempel op El Dorado, de officiële eersteling van Marcus King als solo-artiest.
Toch dient in dit verband het begrip solo-artiest iets genuanceerd te worden, aangezien er met The Memphis Boys, die ooit al eens Dusty Springfield, Elvis Presley, Neil Diamond en Bobby Womack begeleidden, al een geweldige band klaar stond om King optimaal van dienst te zijn. Dan Auerbach heeft de afgelopen jaren in Nashville de allerbeste muzikanten om zich heen verzameld, om deze vervolgens in zijn studio de ene na de andere prachtplaat op vakkundige wijze in te laten spelen. Het blijkt ook deze keer een gouden greep te zijn. King voelt zich duidelijk en meer dan ooit zeer comfortabel als zanger in een band waarin Bobby Woods de toetsen beroert, Gene ‘Bubba’ Chrisman achter de drumkit heeft plaatsgenomen en Dave Roe de bastonen voor zijn rekening heeft genomen. Het is dan ook nauwelijks voor te stellen dat King nog maar kortgeleden vierentwintig jaar is geworden, wanneer je hem hoort in ‘No Pain’ waarin hij de pijn van zich af probeert te zingen.
De op Southern rock gestoelde jams en stampende bluesrock hebben plaatsgemaakt voor zowel groovende als ingetogen soulklanken, R&B, opwindende country en geladen Southern gospel. De fans van het eerste uur komen wel degelijk aan hun trekken, want regelmatig valt er nog van zijn gitaarkunsten te genieten. Zo gaan in het stoere en opzwepende ‘Say You Will’ de remmen weer lekker los en wordt er sterk doorgepompt in het stevige ‘The Well’.
Toch is het goed om King ook eens van een andere kant te horen waarmee hij aangeeft in geheel andere genres eveneens goed uit de voeten te kunnen. In ‘Too Much Whiskey’ lijkt de country hem uitstekend af te gaan. De pedal steelgitaar en de mondharmonica zijn prominent vertegenwoordigd en passen goed bij die al zo opvallend vroeg doorleefde stem. Ook het ingetogen ‘Young Man’s Dream’ sluit hier goed bij aan.
Wanneer de jonge King zijn hoge tonen pakt ligt een vergelijking met een veteraan als Neil Young op de loer en daar is natuurlijk niets mis mee. Het zijn goed verzorgde composities die uit de pen komen van enkele ervaren mannen uit de buurt. Gevestigde namen die al eens eerder iets aanleverden voor artiesten als Bonnie Raitt, Taj Mahal en zelfs Ronan Keating met zijn wereldwijd bekende ‘When You Say Nothing At All’. Je zou dus kunnen zeggen dat Marcus King voor het opnemen van El Dorado in een gespreid bedje terecht is gekomen, maar je kunt er niet omheen om te stellen dat hij de mogelijkheden ten volle heeft weten te benutten.
Into The Open - Destination EternityBijna vier jaar geleden sloegen Sander Heerings (The Dust Connection) en Jan...
Mac Miller - Circles Op 7 september 2018 overleed rapper Mac Miller op veel te jonge leeftijd...