Opgenomen in zijn kelder in Brooklyn tijdens de pandemie, lukt het Butler toch om zijn eigen band bij elkaar te krijgen. Met zijn vrouw Jenny Shore, schoonzus Julie Shore, zangeres Sara Dobbs en vriend Miles Francis heeft hij de meeste nummers geschreven. Dat zij blij zijn om met elkaar weer muziek te kunnen maken is een understatement: op ‘Close My Eyes’ komt het plezier de speakers uitschallen. Het onzekere begin resulteert in een grootse samenzang dat het in festivaltenten zeer goed zal doen. Het meezinggehalte houdt hij even vast op de twee opvolgende nummers ‘I Don’t Know What I Don’t Know‘ en ‘Surrender’.
Dat luchtige intermezzo mag ook wel na de zure teksten waar het album mee begint. Op ‘Outta Here’ rekent hij maar al te graag af met de huidige beleidmakers “Had enough of bad news/Had enough of your generation”. Op ‘Bethlehem’ neemt hij zijn eigen generatiegenoten onder de loep: “Cause the best have no position/And the worst are full of passion and belief”. Op het a-typische ‘Hard Times’ begint hij in te zien dat het weinig zin heeft om zich heel druk te maken. Zo begint het confronterend met “Kill the rich” om te berusten in “These are hard times, hard times/But I don't care, I don't care, I don't care/When I'm with you”.
Butler kan het toch niet laten om te eindigen met nog een tweetal controversiële nummers die op het eerste gehoor onschuldig lijken. Voordat je wilt gaan meezingen, vraag je je toch af waar je nu naar luistert. Zo is op het gospelachtige, pianogedreven 'Not Gonna Die' de opsomming van door wie hij niet gedood wil worden enigszins opmerkelijk. Op afsluiter ‘Fine’ weet hij nog even de slavernij in combinatie met George Washington op te rakelen (“And George put down his pipe/And he picked up his whip, he said: "Fine, fine, fine/…/ You'll always be mine/Together, 'til the end of time." Ook religie krijgt er even van langs (“Oh, if God was a douchebag/…/ In a bathroom with a transparent door/Could I fall on my knees?”). Gezien de musical-achtige sound zal de soep niet zo heet gegeten worden, maar hier klinkt het alsof hij een statement wilt maken. Helaas slaat hij de plank mis.
Het zij hem vergeven: Generations is een prima plaat. Geen gepimpte demo’s voor Arcade Fire, al hoor je hier wel wie in de band voor de ongepolijste rocksound zorgt. Het album bevat voldoende goede nummers om fans van de band tevreden te stellen, terwijl Butler bewijst ook op eigen benen te kunnen staan.
Sufjan Stevens - The AscensionVijf jaar geleden bracht Sufjan Stevens het album Carrie & Lowell...
Bob Mould - Blue Hearts Als Strummer/Jones de Jagger/Richards van de UK-punk zijn, dan mogen...