Nova Era trapt af met het instrumentale ‘Dancing With The Rabbi’. De aangename versie van BGKO zit in een zwoeler en zwieriger jasje dan het origineel. Dat zit hem bijvoorbeeld in het speelse slagwerk, maar ook in het accordeonspel. Op het opvolgende ‘Ciganine Sviraj, Sviraj’ laat Margherita Abita horen wat ze in huis heeft. Met het melancholische, meeslepende Servische lied kruipt de zangeres onder je huid, al moet worden gezegd dat de uithaal aan het einde geforceerd klinkt. Op het Roemeense ‘Constantine, Constantine’ laat Abita echter meteen horen goed overweg te kunnen met een dansbare balkankraker. Maar laten we de rest van het orkest ook niet uitvlakken, want dat wisselt moeiteloos van tempo en ritme. Zo gemakkelijk als dit BGKO af gaat, zo gemakkelijk combineert het op ‘Sedi Donka – Joc Mare’ een Bulgaarse en Roemeense dans. Wat eveneens geldt voor het uptempo ‘Nane Tsokha – Fuli Tschai, waarin een Russisch zigeunerlied wordt vermengd met een Hongaarse dans. Het zijn mooie voorbeelden van hoe het eclectische BGKO verschillende stromingen aan elkaar koppelt. Alles vanuit een basis van zang, gitaar, bas, accordeon, klarinet, twee violen en verschillende slaginstrumenten.
Opvallend is de urgentie waarmee het Servische volksliedje ‘Marijo, Deli Bela Kumrijo’ wordt gebracht. Dit geldt voor de coupletten, maar zeker ook voor de refreinen. Ook ‘Jana I Alexandri’, waarin BKGO een Noord-Macedonisch thema koppelt aan een Grieks lied is een absoluut hoogtepunt. Zowel in de zang als de gedrevenheid van de muzikanten. Dat geldt ook voor de krachtige uitvoering van het Turkse ‘Dere Geliyor Dere’.
Bij de genres waarin BGKO zich begeeft is het de kunst om de luisteraar te overtuigen en raken terwijl deze vaak de taal niet verstaat. Zoals Ali B het onlangs tijdens de talentenjacht We Want More al ongenuanceerd verwoorde bij de beoordeling van een Syrische operazangeres: ”Als toch niemand je verstaat, dan kan je net zo goed over de groenteboer in Aleppo zingen/de tekst die niemand verstaat had je stem moeten dienen”. Het draait kortom om de geloofwaardigheid en het gevoel waarmee de muziek wordt overgebracht op de luisteraar. Deze kunst beheerst BGKO niet alleen, het weet dit ook nog eens in speelse mengsels van genres te gieten. Dit maakt Nova Era een heerlijke plaat om uit de dagelijkse beslommeringen te stappen en je even op een andere plek op de wereld te wanen.
Umberto Vitiello - L'Ultimo Sogno BluItalië heeft de liedkunst hoog in het vaandel. Niet voor niets vond onlangs...
Inge van Calkar - Full Color Onlangs verklaarde muzikant en radiogrootheid Henk Westbroek, niet bepaald...