De overgebleven leden, Ben Shemie (zang, gitaar), Joe Yarmush (zang, gitaar) en Liam O'Neill (drum) hebben daartoe met andere muzikanten gezocht om een nieuw, passend geluid te vinden. Dit resulteerde in de vorig jaar verschenen EP Fiction. Uiteindelijk zijn zij alle drie gebleven, waarbij Henry in de studio alsnog aansloot. Maar het moet gezegd worden: met The Witness hebben zij zichzelf opnieuw uitgevonden. Nog niet eerder klonk de band zo consistent, al hebben ze wel hun wilde haren verloren. Dit album markeert een omslagpunt voor de band, zoals eerder grotere bands dit nodig hadden voor hun voortbestaan. Denk hierbij aan Radiohead (Kid A), U2 (Achtung Baby).
Het album kenmerkt zich door de rust die zij nemen om de acht nummers aan ons te presenteren. Al bij opener ‘Third Stream’ is dat evident. De uitgesponnen synthesiseropbouw geeft Shemie de gelegenheid om zijn gevoelens zachtjes uit te spreken (“I don’t want to wear this mask/To conceal/The way I feel”). Het nummer gaat naadloos over in ‘Witness Protection’, wat met zijn ritmische beats het meest toegankelijke nummer op het album vormt. Het is slim geweest om dit als tweede track in het geheel te plaatsen. Hierdoor wordt de aandacht van de luisteraar vastgehouden. Datzelfde geldt voor het veel te korte ‘The Fix’, dat net iets afwijkt van de rest, waardoor de spanning weer wordt opgewekt.
Niet dat het album verveelt; integendeel, al is het wel zo dat de sfeer die wordt neergezet nauwgezet gehandhaafd blijft. Het samenspel van gitaren, drums en synthesizer met de eentonige en zachte stem van Shemie kunnen ervoor zorgen dat de gemiddelde luisteraar afhaakt. Dan missen ze wel het prachtige ‘Clarity’, waarbij de band heel handig de saxofoon van Erik Hove laat figureren, zodat je als luisteraar even op het verkeerde been wordt gezet. Dat gevoel herhalen zij op ‘The Trilogy’, waar zij van complexe gelaagde synthesizers één geheel vormen. Met de tekst “how much more can I sing, before the smoke is cleared” laat de band ons tevreden achter.
De krekels die het album openen, sluiten het ook af. Als luisteraar zijn wij comfortabel gevangen in de wereld van Suuns. Uit de experimentele cocon die zij in een decennium hebben geweven, komt een prachtige geluidsvlinder. Er is geen sprake van een totale metamorfose - het album heeft herkenbare hooks - ,maar toch presenteren zij zichzelf hier als herboren.
Big Red Machine - How Long Do You Think It`s Gonna Last?Het moet geweldig zijn om een album te maken met artiesten waarmee je al...
Chorusing - Half Mirror Hoe houd je jezelf staande als bescheiden muzikant tussen al dat...