RECENSIE: Aeon Station - Observatory

Aeon
recensie cijfer 2022-02-15 Soms moet je besluiten dat de tijd gekomen is om een bladzijde om te slaan. Dat is wat er gebeurt op Observatory, het album van Aeon Station. Het sprookje dat zo mooi begon in 1989 - met vier mannen die in één huis woonden en muziek maakten - eindigde na drie albums. Negentien jaar geleden bracht de New Yorkse band The Wrens het album The Meadowlands uit en lang hing een opvolger in de lucht. Nadat broer en gitarist Greg Whelan en drummer Jerry MacDonald het huis verlieten, bleven bassist/zanger Kevin Whelan en bandleider Charles Bissel achter om zo’n honderd demo’s in een vierde album te transformeren. Het is er niet van gekomen. Het is sterk de vraag of het er ook ooit van komt, aangezien zij niet meer met elkaar praten.

Kevin Whelan ging uiteindelijk door met zijn leven. Hij trouwde en kreeg kinderen en heeft inmiddels een leidinggevende functie bij Johnson & Johnson. Zijn meeste collega’s hebben geen weet van zijn eerdere rockleven, maar daar komt nu verandering in. Hij besloot om met de oude bandleden zijn vijf beste nummers op te nemen, die bestemd waren voor het illustere vierde album. Er kwamen nog vijf andere nummers bij die Whelan in de afgelopen veertien jaar had geschreven. Aangezien Bissel geen deel nam aan deze opnamesessie, konden zij het niet uitbrengen als een album van The Wrens.

Dat is ook terecht: de perfectionistische hand van Bissel mist. Het nummer ‘Queen’ is hier een mooi voorbeeld van. Aan eerdere interviewers heeft hij zijn versie laten horen en wat blijkt? Zijn harmonieën en de kleine gitaartoevoegingen maken nu net het verschil. Feit blijft dit album een prima verzameling is van indierocknummers, waar de jaren negentig in doorklinken. Helaas is het wel zo dat de heren zijn ingehaald door bands die hen aanbeden. Luister maar eens naar ‘Better Love’ of ‘Fade’ en dan wordt het duidelijk waar Arcade Fire de inspiratie vandaan haalt. Deze twee nummers klinken nu enigszins gedateerd.

Gelukkig wordt het album niet gebruikt om de vete tussen de twee belangrijkste leden van The Wrens verder op te stoken. Al blijft er voldoende dubbelzinnigheid over, zoals op afsluiter ‘Alpine Drive’ (“Still breaking rocks into songs we never get done/…/Where are the memories to the plans that we made?”). Los daarvan staan er prima opzwepende nummers op het album om van te genieten, waarbij de poprock van ‘Everything At Once’ en het meeslepende ‘Air’ een hoofdrol opeisen. Langzame nummers als ‘Hold On’ en ‘Move’, waarbij akoestische gitaar en piano domineren, zullen door de ene luisteraar als hartstochtelijk ervaren worden en door de andere als te geforceerd.

Voelt dit album als de vierde The Wrens plaat die maar nooit kwam? Of moeten we dit zien als een cadeautje voor de fans om hen te bedanken voor het lange wachten? Nee en nee: Aeon Station zal wellicht velen tevreden stellen, maar het biedt toch een ander – minder - geluid. Kevin Whelan heeft de eerste stap gezet, nu is het de beurt aan Bissel om te reageren.
Recensent:Hendrik Goos Artiest:Aeon Station Label:Subpop
Tasha

Tasha - Tell Me What You Miss The Most Tell Me What You Miss The Most is Tasha haar tweede volwaardige plaat....

Cindy

Cindy - 1:2 Karina Gill mag dan pas recent muzikant zijn geworden, ze heeft duidelijk de...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT