Tusky brengt alternatieve rock in de lijn van Foo Fighters, Biffy Clyro en Dinosaur Pile-Up. Met her en der een plotse blastbeat, stevigere breakdowns of schreeuw. Hiermee wisten ze al aardig wat zieltjes te winnen. Echter, tijdens de pandemie besloten zowel frontman en mede oprichter Alfred en bassist Christoffer ermee te stoppen. Op gitaar en zang kwamen daar Vladimir Stevic van Pene Corrida en op bas Quirin Wijgers van All Doomed voor in de plaats.
Ze pakken door, stemmen de gitaren zelfs lager en zetten in op de pakkende Tusky hooks en refreintjes. Het plaatje klinkt een stuk gelikter en grootser, met name omdat Vladimir een betere zanger dan Alfred blijkt te zijn. Dat werkt zowel voor als tegen de band. De charme van Alfred was juist dat het niet altijd even lekker uit zijn strot kwam. Dat maakte van Tusky die lekker rammelende punkrock machine. Daar staat dan wel weer tegenover dat Vladimir een groter bereik heeft, waarmee hij meer in zijn mars heeft.
Iets wat vooral goed naar voren komt op de eerste helft van het album. ‘Post-Apocalyptic Raftovers’ trapt het beestje meteen op de staart met een venijnig gitaarlijntje, waarbij de stem van Vladimir zich meteen mag laten gelden. ‘We’re Going Out Again’ speelt in op het meezing-gehalte, maar heeft een typische Tusky-traktatie in het verschiet. ‘Lemonparty’ gaan ze in een live-setting gegarandeerd gebruiken om in twee minuten tijd een circlepit op gang te brengen, met wat hulp van wat lijkt op bongo’s. ‘Trial & Terror’ houdt dat meezingfestijn gaande, maar bij ‘The Diamond Burden’ gaat het gas terug. Een tragere, emotionele stonerrock-achtige track die voor de verandering eens inspeelt op een ander sentiment. Een aangename adempauze die voor variatie zorgt.
De tweede helft van het album rammelt, maar niet op een goede manier. ‘There’s No Pain (In Champagne)’ speelt met vocale effecten en variatie in riffs, terwijl de drummer zijn vaardigheden laat werken op ‘Nightstalker’. Hooks worden ingeruild voor skills, wat wel even slikken is. ‘Conversation Street’ daarentegen is weer wat meer basic in de lijn van Dinosaur Pile-Up akkoordjes raggen, maar dan zonder de ziel van de eerste tracks.
Met ‘Bliss’ gaan ze voor een logge ballade. Verre van wat je van Tusky verwacht, die wederom even slikken is. Muzikaal zit het goed in elkaar, maar is allicht toch iets te log? Met de titeltrack sluiten ze het album dan weer op een luchtige wijze af. Het contrast met de voorgaande track is dusdanig dat dit nummer als een bonustrack aanvoelt.
Tusky kruipt nog niet helemaal onder de schaduw van John Coffey uit, maar doen daar wel alles aan op What’s For Dinner?. De eerste helft is voor de fans van de original Tusky, waarbij de tweede helft tekenen lijken te zijn van de weg die ze in willen slaan. Experimenten die niet allemaal even goed vallen, waarvan de tijd ons zal leren wat daar van overeind blijft staan.
The Blue Chevy's - The Night Calls The Blue Chevy’s zijn al meer dan dertig jaar een vaste waarde in het...
Moonchy & Tobias - Golem Nog niet eerder rockten Moonchy & Tobias zo heftig. Op hun vierde album...