Perrate maakt deze reis niet alleen. Wie anders dan Raül Refree, de producent van onder andere Rosalía - die flamenco weer populair heeft gemaakt onder de jeugd-, drukt hier zijn stempel. Hij was het die de demo’s van Perrate in handen kreeg en hier graag mee aan de slag ging. Dat deden ze samen met de percussie van Antonio Moreno, de contrabas van Miguel Ángel Cordero en de saxofoon van Juan Jiméne.
Uiteraard zijn het de gitaren die van grote invloed zijn op de sfeer van de muziek. Paco de Amparo zorgt voor de meer klassieke flamencotonen, zoals wij die gewend zijn. Hij blinkt uit op het zang en gitaar hoor en wederhoor van ‘Soleá Sola (Soleá De La Serneta)’ en ‘Bulerías De La Base (Bulerías)’ dat traditioneel gespeeld wordt na een groot feest. De palmas, jaleos en het stampvoeten zorgen voor het traditionele geluid. Het is dan ook het meest toegankelijke nummer op het album.
De andere gitarist, Alfredo Lagos, heeft het een stuk lastiger. De klagende, overslaande, stem op het fado-achtige ‘So Algún Día (Seguiriyas Del Nitri, La Cherna y José de Paula)’ wekt snel irritatie op en wil je bij een volgende luisterbeurt graag overslaan. Ook ‘Melisenda Insomne (Romance Carolingio De Tardició Sefardí)’ neigt hier naartoe. De zanger gooit alle emotie van zich af terwijl de gitaar hem begeleidt. Terwijl je meegaat in de weemoed, hoor je hoe goed Lagos is: de aanslagen, het tokkelen en de frasering zijn uitzonderlijk goed.
Voor de onervaren luisteraar zijn met name het zeventiende-eeuwse, tergend langzaam gezongen ‘Yo Soy La Locura (Folía); het vrolijke ‘Arde La Casa De Cupido (Seguidillas Mitológicas De Alosno) en ‘Boa Doña, Chacona De Negros Y Gitanos’ met veel samenzang, heerlijke viool en opzwepende percussie prima te verteren. Voor diegenen die meer willen ontdekken zullen de straatfandango van ‘Tres Golpes (Fandango Callejero)’ zeker waarderen. De slaven die vanuit Afrika terecht zijn gekomen in Zuid-Amerika waren de inspiratie voor dit nummer. Als je daarna luistert naar ‘Los Fonemas (Karawane) (Tonás)’, lijkt het wel alsof je op een afgedreven slavenschip zit. Je hoort, naast de kreten van inspanning, de drum die het tempo bepaalt en zelfs de zweep die de slaven aanspoort om te blijven roeien. Heftig!
Perrate vertelt met Tres Golpes een stukje muziekgeschiedenis, terwijl hij ook een aantal alternatieve inzichten geeft voor de toekomst van de flamencomuziek. Niet alles spreekt even goed aan, maar je kunt niet ontkennen dat dit een bijzonder goed ontwikkeld album is.
Galya Bisengalieva - Hold Your Breath: The Ice DiveJe zal maar gevraagd worden om muziek te schrijven voor een documentaire over...
Calling All Captains - Slowly Getting Better Het uit Canada afkomstige Calling All Captains combineert poppunk met...