Waar opener ‘The Floor’ nog mellow en bijna lo-fi is, zijn de overige tracks elektronisch met veel synthesizers, drumcomputers en galm. De tijd zal leren hoe lang deze trend aanhoudt, maar voorlopig is het dé standaard voor deze tijd. Qua geluid en productie lijkt het erg op het werk van Nelly Furtado en Timbaland, met strakke beats, ritmes en de zang die daar met een mooie timing tussendoor beweegt. ‘Isn’t Enough’ schuurt tegen de drum-’n-bass aan, maar voor de rest geldt een wat meer steady tempo. Over het gehele album zijn er veel koortjes te horen die veelal vermengd worden met de toetsen. Dit geeft een extra laag aan de ‘standaard’ elektronische elementen en werkt goed. Op ‘Molly’ en ‘Grief’ zijn blazers te horen, wat de originaliteit erg ten goede komt. De sample in de titeltrack doet een beetje denken aan ‘Pony’ van Ginuwine. Harmonisch gezien zijn er weinig verrassingen, maar toch heeft ieder nummer genoeg om het nog een keer te willen horen. Er zijn veel details die je pas bij een tweede of derde luisterbeurt opmerkt.
De plaat hobbelt een beetje door. Hierdoor rijst soms de vraag waar je eigenlijk naar aan het luisteren bent, maar het tempo is vaak wel dusdanig dat het wel weer ideale muziek is om te mixen op festivals. Met dertig minuten is Natural wat aan de korte kant, maar aan het eind heb je toch het idee dat je het hele spectrum van Softee wel gehoord hebt. Er zijn niet echt uitschieters, maar al met al is het een prima album. Dat gezegd hebbende is het vermoedelijk geen album dat de annalen van de popgeschiedenis gaat halen, maar wellicht is het een begin van mooiere dingen.
Hannah Jadagu - ApertureOorspronkelijk uit Texas, maar tegenwoordig uit New York, komt Hannah Jadagu...
Brìghde Chaimbeul - Carry Them With Us Wanneer je niet heel erg bekend bent met de klanken van een Schotse doedelzak...