Op zijn solowerk, zoals Tombak (2007), The Circle Of The Cycles [2017] en Zarb-e Osul [2020], neemt hij de luisteraar mee op een ontdekkingsreis terug in de tijd. De tijd, waarin de ritmische tijdsmaten van de klassieke Perzische muziek bepalend waren. Deze basisritmes, uitvoerig beschreven in het gevoegde boekje, komen uit een manuscript dat Amir Khan Gorgi aan de koning van Iran zond in 1696 ten tijde van het Safawiedenrijk.
Zijn fascinatie voor deze zogenoemde Osuls komt ook op Remembrances terug, alleen in een andere muzikale uitvoering. De titel van het album slaat op het feit dat hij zijn eerder oorspronkelijke composities in een andere vorm uitbrengt. Deze zijn nu gericht op kleinere muziekgroepen en met melodielijnen. Hierdoor zou het herinneringen moeten oproepen voor de liefhebbers van zijn muziek. Waar hij normaliter enkel zijn percussie-instrumenten laat horen, wordt hij nu bijgestaan door verschillende eigentijdse artiesten op verschillende authentieke instrumenten. De Oosterse/Arabische origine van de muziek wordt versterkt door het gebruik van kamancheh (Armeense/Iraans strijkinstrument), qanûn (plankciter), tār (Perzisch langhalsluit), doedoek (Armeens dubbelriet-blaasinstrument) en oud, naast de viool, cello, Viola da Gamba, luit en marimba.
Ondanks het feit dat er zoveel verschillende instrumenten aan te pas komen en elk muziekstuk een ander ritme heeft, klinkt het toch veel van hetzelfde. Hierdoor lijkt het alsof de verschillende nummers aan elkaar geweven worden. Dat terwijl ‘Lovebird’ - gebaseerd op een vers van de veertiende-eeuwse Perzische dichter Hafez – een ritme heeft een cyclus van 19 tellen en ‘Freebird’ met 24 tellen van een pentatonische schaal naar een Iraanse tijdschaal gaat. Zelfs ‘Bahar’ (“Lente”) klinkt niet bijzonder, terwijl hij hier juist de Indiase muziek van Raag Bassant met typische Perzische intervallen laat spelen. Tegen het einde klinkt ‘Vazin’ dan als een verlossing. Misschien dat het komt doordat het niet begint met percussie? De qanûn van Didem Başar weet uiteindelijk de luit van Fabio Accurso en de Viola da Gamba van Marie-Laurence Primeau te vinden. Dit is de parel op het album; misschien luistert het westerse oor toch nauwgezetter naar de 24 tellen cyclus?
Tabassian probeert op Remembrances zijn eigen werk een andere draai te vinden, maar ondanks de geboden hulp valt het tegen. Dat betekent niet dat het geen mooie muziek is, maar het is lastig om dit album in zijn geheel af te luisteren zonder afgeleid te worden. Pas aan het einde, wanneer de meeste verandering komt, wordt je nog opgeschrikt door iets moois. Dan zullen vele objectieve muziekliefhebbers wellicht al zijn afgehaakt.
Marco Mezquida - Tornado Marco Mezquida weet uit ervaring waar de natuur toe in staat is. De op het...
It Dockumer Lokaeltsje - Trump Het nadeel van in een streektaal zingen is dat je jezelf zeer beperkt wat...