De plaat opent vrij rustig met ‘Blackness’, doch de toon is gezet. Dan kickt er bij ‘Beware of the Dog’ een erge fijne beat in en valt er zowaar wat te swingen. Sticks maakt zijn opwachting maakt in ‘Camera’, waarin wordt afgerekend met negatieve en bevooroordeelde journalisten. BangBang slaat de spijker op zijn kop bij de track ‘Poetry’. Zijn stijl van rappen is soms bijna poetisch. Hij draagt zijn teksten min of meer voor, zonder afbreuk te doen aan de rauwheid van zijn stem of de boodschap die hij wil overbrengen. Dit zorgt de hele plaat lang voor rust als tegenhanger voor de experimentele en soms chaotische beats van Kubus. Deze eigen stijl is mijns inziens een van de krachtige dragers waarop de plaat is gefundeerd. Toch ligt het gevaar van eentonigheid op de loer en zal een deel van het publiek hier misschien door afhaken.
‘Realness’ trapt af met een oldschool beat en al snel is de electro-invloed hoorbaar. ‘I’m Never Wrong’ is een oase van rust met een hele relaxte beat. ‘Hot Winter’s Day’ is een erg coole track waarin BangBang zich verschillende levensvragen stelt. Voor het einde van cd één moet het duo nog even wat energie kwijt in ‘Reasons Not To Be Violent’, waarin samengewerkt wordt met rapper Timmy.
De tweede cd opent met een spoken word gevolgd door ‘Nice People’ en ‘Anyone Can Make My Day’. ‘Anyone Can Make My Day’ heeft een vrolijke beat en het geheel doet me even denken aan The Streets. Daarna volgen ‘Grow Up’ en ‘Smile’, waarvan het deuntje in de beat terug lijkt te gaan naar de muziek bij games op de Commodore 64 en MSX. Beide tracks zijn erg de moeite waard. Tot slot laat BangBang in ‘The Kids’ en ‘This Is What My Heart Likes’ nog wat toevoegingen horen met betrekking tot zijn visie. Het gaat onder andere over het ontlopen van verantwoordelijkheid door de politiek. De cd ligt geheel in de lijn van cd één. De plaat had zelfs als derde album gereleased kunnen worden.
De thematiek van de teksten van BangBang, zet de lijn van ‘Learning Curve’ voort. Ook op Pie & Mash komen onderwerpen naar voren die recht uit het leven gegrepen zijn. De beats van Kubus zijn weer dik in orde. Stevige beats, af en toe afgewisseld met bijna melodieuze beats, zorgen voor een sound die evenwichtiger is dan die op de eerste plaat. Echt keiharde uitschieters zitten er niet echt tussen, maar de plaat heeft een goede constante kwaliteit. Met deze plaat haal je dik anderhalf uur aan ‘synth-hop’ binnen, die eigenlijk van het begin tot het eind kan boeien. De plaat is in ieder geval perfect om op de achtergrond aan te hebben staan. De echte liefhebber zal de plaat wel aan een intensieve luisterbeurt kunnen onderwerpen, maar zal dan tussen cd één en twee waarschijnlijk wel even een break nodig hebben.
Arid - All Things come in WavesIn 1999 debuteerde Arid met een album dat zich kon meten met de beste...
Nicola Conte - Viagem Ter ere van het vijftig jarig bestaan van bossa nova verschijnen in 2008 een...