Het songschrijven heeft Campbell weer voor het grootste deel voor haar rekening genomen, de vocale inspanningen komen vooral voor rekening van Lanegan. Campbell blijft opvallend vaak op de achtergrond en gaat zo nu en dan het duet aan. De vergelijking met Tom Waits is natuurlijk al vaker gemaakt als het aankomt op de vocale kwaliteiten van Lanegan. De stem van Lanegan heeft op Sunday At Devil Dirt in de sterkste gevallen ook iets van Johnny Cash ten tijden van de American Recordings. Op ‘Salvation’ of op ‘Keep In Mind, Sweetheard’ bijvoorbeeld, deze songs passen ook qua sfeer, intensiteit en puurheid precies in de sfeer zoals deze zo magistraal werd gecreëerd op American Recordings. Lanegan zingt dan wat zuiverder en verdient daardoor de vergelijking met wijlen Johnny Cash.
Op de momenten dat de twee het duet aangaan ontstaat er iets bijzonders. ‘Seafaring Song’ of ‘Who Built The Road’ zijn mooie staaltjes, waar in essentie lieflijke songs een rauw randje krijgen door het stemgeluid van Lanegan en ook door het soms ongewoon rauwe gitaargeluid op de achtergrond. Slechts één keer neemt Isobel Campbel het voortouw qua zang en mag Lanegan even pauzeren, dat is op ‘Shotgun Blues’. Slechts begeleidt door slidegitaar zingt Campbell haar eigen blues en ook hier is er toch weer het contrast, ditmaal van de engelenstem van Campbell met de ruig scheurende slidegitaar. De muzikale inkleuring is sowieso vrij divers. Meestal wordt het vrij klein gehouden, met niet veel meer dan een akoestische gitaar en een enkele keer wordt er ook redelijk stevig gerockt. Zo kent ‘Come On Over (Turn Me On)’ een vrij groots, maar tevens ook bijzonder onheilspellende muzikale inkleuring met een hoofdrol voor de elektrische gitaar. Een ander hoogtepunt is ‘Who Built The Road’, een prachtig nummer waarbij in het refrein de beide stemmen fantastisch samenkomen in een lalala refrein.
Het gevaar bestaat om vooral over dat unieke stemgeluid van Lanegan te spreken, want dat is zo pertinent aanwezig, maar het is toch vooral Isobel Campbell die alle lof verdient. Zij schreef alle nummers (en nam ook nog eens zelf de productie voor haar rekening) en daar zitten hele sterke staaltjes tussen, niet alles is even goed (op het eind zakt het album iets in), maar het overgrote deel van de songs is van puike kwaliteit. Wanneer vervolgens de songs ook nog eens in de meeste gevallen precies de uitwerking krijgen die ze verdienen, ontstaat er een topalbum. Het is broeierig, onderhuids, puur, rauw, spannend, ingetogen en vooral ook gewoon bloedmooi.
Lowgold - Promise LandsHet Britse Lowgold is nog een heel goed bewaard geheim, maar dat hadden de...
Temposhark - The Invinsible Line Soms ben je lang aan het zoeken hoe je het beste een band kan omschrijven. Zo...