De inslag is dan ook een stuk politieker: Op de voorkant staat een poster afgebeeld waarin weergegeven wordt hoe ten tijde van de slavernij gedacht werd dat vrijgelaten slaven de mensheid angst zouden aanjagen; Op 29 april 2008, 16 jaar na de Rodney King incidenten werd het album uitgegeven; De titel van het album refereert aan een boek over geweld en gebrokenheid.
Hoe groot kan het contrast zijn met de laidbacknummers van voorheen zou je je af kunnen vragen. ‘Groot’ is het antwoord. Het live-instrumentarium is ingeruild voor elektronica en op het hele album is geen rustig moment te vinden. De beats zijn opgefokt, snel en paranoïde, zoals de huidige mainstream redelijk veel onrustige nummers kent. Een typerende omschrijving vond ik op een forum: “This album is to Game Theory what Hail to the Thief is to Ok Computer”.
Al de eerste nummers valt de grote samenhang van het album op. The Roots bestaat uit degelijke muzikanten, een gegeven welke terug te horen is in alle tracks. Toch moet er gezegd worden dat de aanvulling van de extern aangetrokken muzikanten minimaal is. Een beetje teveel extra poespas, die afdoet aan de kracht van het album. Sterkste nummer is ‘I will not apologize’ dat het meest concreet de onvrede laat blijken in tekst en beats. Echte missers zitten er niet tussen.
Wel vreemde eenden in de bijt. Bijvoorbeeld ‘I Can’t Help It’ dat meer gemaakt lijkt te zijn voor dansen, helemaal dankzij het Justin Timberlake-achtige refreintje. Ook 'Rising Down', de titeltrack, is ietsje zoeter dan de rest. Toppunt aan zoetheid is toch wel ‘Unwritten’ wat softheid benadrukt. Deze drie nummers hadden dan ook niet misstaan op oudere albums. Het overige werk is duisterder dan ooit tevoren. Een pikzwarte sensatie.
Tommy Emmanuel - Center Stage Tommy Emmanuel is een muziekveteraan uit Australië, die al jaren met zijn...
Kane - Everythingyouwant Kane heeft geen haast gemaakt bij het uitbrengen van haar nieuwe album...