Opener ‘Cup my hands’ is wat dat betreft behoorlijk representatief voor het album: hoog tempo, verrassende muzikale wendingen en een zanger die er vol ingaat. En dan heb ik het nog niet eens over het felle gitaarspel van zanger/gitarist Karl Griffiths. Zijn soms bijna maniakele spel (met hoog surfgehalte) in dit liedje doet op bepaalde momenten denken aan de Pixies. En laat dat volgens de biografie nou net een van de invloeden zijn van de heren. Wat dat betreft is het daaropvolgende ‘A Sugarpill Side Effect’ weer totaal anders. Minstens zo eigenwijs, maar verrassend subtieler. En verfraaid met een koortje dat Queens Of The Stone Age ademt. En zo brengt bijna ieder liedje wel een verrassing.
Het knappe aan het debuut van de drie heren is, dat het repertoire af en toe redelijk experimenteel kan zijn maar op tijden ook verrassend toegankelijk. Dit zorgt ervoor dat het album je als luisteraar niet de kans geeft om verveeld te raken. Eerder dit jaar wonnen de heren al een prijsvraag bij Plato, waardoor ze een in-store concert mochten geven tijdens Eurosonic. Het kan niet anders, of de heren moeten zich tijdens dat festival als een vis in het water hebben gevoeld. Lekker plaatje dus, dat vooral ook nieuwsgierig maakt naar de live prestaties van My Vanity Project.
The Grit - Straight out the Alley The Grit maakt meeschreeuw rockabilly-punk met ska-blazers. Ze vallen in...
LEFT - The Quest for Fire De afgelopen jaren heeft de Eindhovense rockband LEFT aardig wat...