Het voordeel van een album in eigen beheer opnemen is natuurlijk het ontbreken van enige sturende invloed. Geen platenbonzen bijvoorbeeld die minstens drie radiosingles op het album willen zien staan of elke track angstvallig onder de vier minuten willen houden. Nu hoefden ze zich daar bij Gisli toch al geen zorgen om te maken, maar duidelijk is wel dat deze manier van werken wel degelijk de creativiteit en inventiviteit van de Noor heeft bevorderd. Hij leeft zich uit in productionele trucjes en volgt muzikaal gezien alleen zijn eigen gevoel, wat resulteert in een allesbehalve coherent geluid. Kort door de bocht genomen kent het geluid van Gisli namelijk een duidelijke driedeling. Zo is daar met de titeltrack als opener van de plaat meteen een duidelijke poppy sound, waarna het tempo in Straight to Hell nog wat verder wordt opgeschroefd. De aan Dinosaur Jr., Weezer en Fountains of Wayne refererende pop is erg catchy en heeft een hoog feel-good gehalte, maar is tegelijkertijd ook wel erg inwisselbaar. Go Get Em Tiger laat plots echter een geheel ander geluid horen, wanneer een funky gitaar over een wat knullige hiphop beat de basis legt voor een idiote raptrack. Van hetzelfde slag, maar nog veel beter is Can You Make Me Right?; een eenvoudige, maar zeer aanstekelijke funky track vol monotone zang en originele, zelfrelativerende zinsneden. Gisli laat in zijn teksten toch al een groot gevoel voor humor en zelfspot horen. Wel wat jammer dat in deze nummers werkelijk elk aspect aan Beck doet denken, maar het zit allemaal zo goed in elkaar, dat je dat best voor even wilt vergeten.
Tenslotte probeert Gisli naast een feestbeest ook nog eens een serieuze singer-songwriter te zijn. De melige tekst werkt echter totaal niet in het melancholische Worries, wat qua sfeer wel iets weg heeft van Green Day’s ballad Time of Your Life. En na nog wat meer vrolijkheid eindigt How About That? onverwacht toch nog in mineur met een drietal ballads. En dan is er eindelijk ook een serieuze, persoonlijke tekst in het toch al schitterende I’m Trying, waarin Gisli bewijst zich wel degelijk te kunnen meten met de grotere singer-songwriters.
Origineel zijn de liedjes van Gisli zeker niet en vaak liggen de invloeden er wel erg dik bovenop, maar het is de mix van stijlen die het geheel toch bijzonder maakt. Bovendien neemt de Noor zichzelf niet te serieus, wat resulteert in een heerlijk luchtig, pakkend en op momenten zelfs dansbaar album. Toch zijn het juist de serieuze, intieme liedjes, waarin Gisli het meest oorspronkelijk klinkt. Wat ook duidelijk wordt is dat we hier wel degelijk te maken hebben met een geweldige songwriter met een opvallend gevoel voor melodie, waarmee Gisli elk nummer de passende melodische invulling weet te geven. Nee, een superplaat is dit niet geworden, daarvoor klinkt het allemaal al te bekend. Maar het talent van de jonge Gisli samen met meer originaliteit en een duidelijk, meer eigen geluid, zou zomaar eens kunnen resulteren in een onverwachte prachtplaat, zo rond 2005. En dan niet zeggen dat ik je niet gewaarschuwd heb.
Hydrophobia - The Other SideTwintig jaar geleden werd Hydrophobia opgericht door gitarist John Rovers en...
Dependent - Split By Side Af en toe worden twee bands gekoppeld voor het maken van één cd. Dit heet...