De eerder genoemde professionaliteit zit Moke nu behoorlijk in de weg. In niets klinkt The Long And Dangerous Sea sprankelend, het is te bedacht en de in essentie zwakke songs moeten aan alle kanten worden opgekalefaterd om er nog iets van te maken. In elk nummer klinken ongeïnspireerde strijkers, er komt een saxofoon langs en er worden wat synthesizers ingezet, maar het kan niet verhullen dat The Long And Dangerous Sea een zeer matig album is geworden.
Een song als ‘Heaven’ is een ongeïnspireerde, weinig tot de verbeelding sprekend niemendalletje en daar staat het album vol mee. Moke was na het eerste album een leuke band, die een groot publiek kon aanspreken en on-Nederlandse catchy muziek maakte. Op de Long And Dangerous Sea is Moke vooral saai, voorspelbaar en blijkt vooral ook de zang van Felix Maginn een zwaktebod te zijn. Zijn monotone stemgeluid gaat vooral in de midtempo songs enigszins vervelen. In een song als ‘Window Of Hope’ klinkt Maginn buitengewoon zeurderig en juist door de grote gelaagdheid en voller gepropte songs, is Maginn op een landerige manier gaan zingen en dat doet Moke geen goed.
En natuurlijk geheel in stijl met de professionele benadering moest ook één van ’s lands beste fotografen, Anton Corbijn, gestrikt worden. Moke is niets te veel als het aankomt om zich de uitstraling aan te meten van een belangrijke en invloedrijke band, die het allemaal al gemaakt heeft. Toch zou het vooral moeten beginnen met de liedjes en de kracht daarvan. Het geluid van The Long And Dangerous Sea is grootser geworden en Moke probeert iets van een Nederlandse U2 te worden. De pretenties zijn er in ieder geval nog, nu nog een goed album.
Eerdere recensies van Moke:
- 24-04-2007: Shorland;
- 15-06-2008: Shorland, Festival Edition.
Dark Tranquillity - Where Death is Most AliveAl jaren is Dark Tranquility één van de gezichten van de befaamde...
Postmen - Postman Postman heeft de afgelopen tijd genoeg meegemaakt om even van bij te...