Het omgekeerde is dan weer helemaal niet waar: Yann Tiersen’s muziek valt ook prima te beluisteren zónder begeleidende beelden. Tiersen is klassiek geschoold, maar hij componeert op gevoel. Sommige van zijn albums zijn wat minimalistisch en veelal instrumentaal, en andere leunen wat meer richting rock – maar allemaal laten ze zich kenmerken door breekbaarheid, een soort kinderlijkheid, en de sensatie dat de muzikant zijn hart en ziel erin heeft uitgestort.
Op zijn nieuwste album Dust Lane blijven de broosheid en de emotie, maar verdwijnt een stukje onschuld. Niet zo verwonderlijk, want in de twee jaar die de opnames in beslag namen verloor Yann Tiersen zijn moeder en een goede vriend. Het album staat dus in het teken van rouwverwerking, in al haar gedaantes – verdriet, pijn, chaos, liefde, levenslust. Toegegeven, vrolijk is anders, maar Dust Lane is muzikaal gezien eerder kleurrijk dan zwartgallig.
Het mooiste voorbeeld daarvan is ‘Dark Stuff’, dat ons meeneemt op een reis langs verschillende fases van rouw. Het begint met een echoënde accordeon, begeleid door een onheilspellende holle ondes martenot. Dan – pets! – het geluid van brekend glas, en een chaotische mantra van verschillende instrumenten wordt ingezet. Daarna horen we een monotone mannenstem (die van Matt Elliott); een stemmig doch klaaglijk koor; een kalm pingelende piano; een peinzend Radiohead-achtig gitaartje, en een stoerdere gitaar. Driftig vioolspel vormt het slot.
Het nummer vloeit naadloos over in ‘Palestine’, waarin dezelfde stem dat woord keer op keer voor ons uitspelt, en intussen lagen muziek op elkaar worden gestapeld. ‘Chapter Nineteen’ doet ons heel eventjes geloven dat Leonard Cohen zijn vermoeide, lage stem aan het project heeft geleend, en presenteert onverwachts nog een door klavecimbel gedomineerde epiloog. ‘Ashes’ lijkt, door de reeks ijskoude tonen waarmee het begint, het zwaarste nummer van de plaat te worden. Maar de piano gaat akkoorden spelen, de aanvankelijk bibberende violen worden melodieus, en een mandoline en akoestische gitaar brengen verlichting. Ook de andere nummers op de plaat (behalve misschien ‘Fuck Me’, een duet van Tiersen en Gaelle Kerrien) spelen met songstructuur en schenden de verwachtingen van de luisteraar.
Tiersen heeft dus lak aan de traditionele opbouw van een popnummer – die heeft hij helemaal niet nodig om zijn boodschap over te brengen, en om ons luisteraars geboeid te houden. Dat was geen vanzelfsprekendheid: Dust Lane lag eigenlijk klaar als een pakket simpele popsongs op gitaar, mandoline en bouzouki. De moed die het ongetwijfeld heeft gekost om die voltooide nummers uit elkaar te trekken, nieuwe lagen toe te voegen en ze te herschrijven tot ze iets heel anders zijn geworden, wordt beloond. Het is die durf die dit album naar het volgende niveau tilt.
Met Dust Lane stapt Yann Tiersen af van een succesformule. De musicus kiest voor een volwassen sound, zonder zijn intuïtieve benadering te verliezen. De titel – een begrip uit de astronomie, dat verwijst naar een donkere band van sterrenstof tegen een heldere achtergrond – is toepasselijk gekozen. Het album omarmt duisternis en licht, leven en dood. Voor wie eerdere muziek van Tiersen mooi vond, wie wel van wat geëxperimenteer met elektronische piano’s houdt, en wie zich afvraagt hoe muziek tegelijk somber en kleurrijk kan zijn: haal Dust Lane in huis.
Osunlade - Occult SymphonicHouse is een religie - dat weten we allemaal, als liefhebbers van het genre....
The AntiKaroshi - Per/Son/Alien Exile On Mainstream Records is een label gekend om zijn bizarre en rare...