RECENSIE: Venetian Snares - My So-Called Life

Venetian Snares – My So-called Life
recensie cijfer 2010-12-20 Als er één iemand is die het laatste decennium op voortreffelijke wijze heeft voortgebouwd op de weg die Aphex Twin, Squarepusher en µ-ziq hebben vrijgemaakt in het land van de elektronica midden jaren negentig, is het wel Venetian Snares. Hoewel hij in feite de keizer is van de breakcore –een avant-gardistisch genre waar hardcore, breakbeats en samples gecombineerd worden met een ongepolijst punkattitude- bleek hij zodanig onovertroffen in het programmeren dat zijn muziek evenveel linken vertoont met die van de meesters van de idm. Mede om die reden mag hij sinds 2001 albums uitbrengen op Planet Mu, het label van Mike Paradinas aka µ-ziq. Zijn doorbraak kwam er echter pas echt in 2005, toen hij met het album Rossz Csillag Allatt Született (Hongaars voor Vervloekt sinds de geboorte) bewees dat de klassieke muziek van onder andere Bartok, Paganini en Stravinsky zich er perfect toe leende om onder zijn verknipte breakbeats geplaatst te worden. Na deze climax in zijn carrière keek iedereen reikhalzend uit naar meer van hetzelfde, maar het moet gezegd dat de man dit hoogtepunt nooit meer zou evenaren.

Sinds Filth, zijn schabouwelijk uitstapje naar acidland van vorig jaar, staat de Canadees Aaron Funk uit Winnipeg er nu dus terug met My So-called life, een album dat hij zelf graag omschrijft als een collectie kortverhalen in plaats van een nieuwe roman. Als we de plaat vergelijken met het vorige echt interessante album van hem, namelijk Detrimentalist uit 2008, merken we ook meteen dat het deze keer inderdaad heel wat minder is. Aaron Funk zelf beweert de meeste tracks in een dag of twee gemaakt te hebben, wat voor beginnende bedroom producers onmogelijk mag lijken, maar wat gezien zijn ongetwijfeld grote bibliotheek met loops en zijn ongebreidelde kennis van effecten in feite niet zo mag verbazen. Ergens hoor je dat veel van de nieuwe tracks vluggertjes zijn. Nummers als ‘Posers and Cameraphones’ (waar Venetian Snares goed geluisterd heeft naar Bach), ‘Who wants Cake?’, ‘Goodbye9/Hello10’ en zeker ‘My so-called life’ tonen alleszins dat de man het nog steeds in zich heeft. ‘Welfare Wednessday’ bewijst dan weer dat onze Venetiaanse troglodiet op zijn 35ste nog steeds met één voet in de puberale wereld staat, met teksten als “Selling crystal meth in your punani, I wanna cash my cheque in your punani”. Voor al het overige hebben we echter minder mededogen. ‘Ultraviolent Junglist’ moet voor de zoveelste keer aantonen dat Aaron Funk in staat is de hardste jungletrack ter wereld te maken, iets wat hij met Handthrow al bewees in 2003 en dit op een veel betere manier. ‘Hajnal2’ is het nostalgisch herkauwen van voorgaand succes, terwijl ‘Cadaverous’ en ‘Aaron2’ klinken als b-kantjes die nog ergens op zijn computer rondslingerden.

We krijgen dus geen Venetian grand cru voorgeschoteld, maar eerder een samenraapsel van overschotjes van de voorbije jaren. Soms smaken die goed, maar net iets te vaak worden we geplaagd door de lauwheid en fletsheid ervan. We hopen dat 2011 opnieuw zal zorgen voor een nieuw samengesteld menu met enkel pure klasse, want we verwachten niet minder van deze grootheid van de elektronische muziek.
Recensent:Bram De Wulf Artiest:Venetian Snares Label:Konkurrent
Giant Sand – Blurry Blue Mountain / Valley Of Rain (re-mastered, re-mixed and re-sequenced

Giant Sand - Valley of Rain / Blurry Blue MountainHet kwart eeuw oude en voor die gelegenheid zopas heruitgegeven Valley Of...

Peter Broderick – Music For Contemporary Dance

Peter Broderick - Music for Contemporary Dance Peter Broderick is een bezig baasje. De jonge Amerikaanse...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT