RECENSIE: Bright Eyes - The Peoples Key

Bright Eyes – The Peoples Key
recensie cijfer 2011-02-14 Na drie jaar van relatieve rust is de band Bright Eyes weer terug met een album. Het succes van Cassadaga moet voortgezet worden en het spreekt voor de band dat de tijd is genomen voor en gestoken in The People’s Key.

Cassadaga was een zevenmijlsstap voor de band van Conor Oberst, het brein achter deze (eenmans)groep. En helaas, dat is The People’s Key wat minder. Dat neemt niet weg dat dit een goede plaat is, maar van een muzikant die zo’n grote stap van pretentieuze folk naar bezwerende en zeker ook populaire indiepop weet te zetten, verwacht je drie jaar na dato een volgende groeispurt. Maar de stapjes zijn klein.

We beginnen de plaat namelijk ouderwets met een voiceover die een quasi-filosofisch verhaal uitspuwt over de luisteraar. En sowieso is het eerste nummer een vreemde keuze. ‘Firewall’ is namelijk gewoon een matig liedje en een opener onwaardig.

Godzijdank komt Bright Eyes terug in vorm op de rest van het album. Hiervoor wordt het gebruikelijke recept van hemelse achtergrondkoren en al even eclectische synths uit de kast getrokken. Oberst zingt nog altijd op zijn enigszins zeurderige, nasale, maar meer dan acceptabele manier. Drums en gitaar vullen de verdere achtergrond, al moet gezegd dat zeker de tweede gitaar een opvallendere en zeker ook boeiendere rol speelt dan dat we voorheen van Bright Eyes gewend waren.

De sterkst herkenbare stap die wel wordt gemaakt is een stapje terug naar de jeugd van Oberst. Hij speelde in punkbandjes en zeker in ‘Jejune Stars’ is dat te herkennen. Niet alleen wordt er meermaals voor enkele seconden fors uitgehaald op gitaar en drums, ook de schema’s in het nummer hebben absoluut wat weg van Obersts andere voorkeur in muziek. Een vergelijking met The Rifles zou zo gemaakt kunnen worden.

Uiteraard blijft Oberst kritisch op vrijwel alles wat er gebeurt in de wereld. Bright Eyes is misschien wel dé band van de opgetrokken wenkbrauw. Verbazing over en kritiek op wereldse zaken zullen altijd het favoriete onderwerp blijven. "I would wasn’t another thought on what is fair and what is not" is een inleiding tot het overpeinzende ‘Approximate Sunlight’. We zijn het intussen gewend van Oberst.

Het mooiste liedje van het album is ‘Ladder Song’. Het duet tussen Oberst en de piano voelt zo klein en teer, als een klein kind dat zingt op een zolderkamer. Maar het is een mooi liedje, geen uitschieter. Die wordt gemist op The People’s Key. Het album is niet het beste dat Bright Eyes gemaakt heeft, maar het staat wel. Na de start is geen nummer meer slecht of matig. Het is wat veilig her en der, maar vooruit. Ook de groei gaat met horten en stoten.


Eerdere recensies van Bright Eyes:
- 28-04-2007: Cassadaga.
Recensent:Koen Nederhof Artiest:Bright Eyes Label:Universal
Talib Kweli – Gutter rainbows

Talib Kweli - Gutter RainbowsDat Talib Kweli lyrisch gezien een van de beste rappers is die er op dit...

Kaizers Orchestra – Violeta Violeta Vol 1

Kaizers Orchestra - Violeta Violeta Vol. 1 Na de zeperd die Maskineri heette, leek Kaizers Orchestra wel ten dode...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT