RECENSIE: Tim Hecker - Ravedeath, 1972

Tim Hecker -  Ravedeath, 1972’
recensie cijfer 2011-02-17 Organische ambient? Drone? White noise? Het zijn woorden die ook in hun combinatie nog nèt om Tim Hecker’s muziek heen lijken te glijden. In beeldspraak: Hecker klinkt als een man die ‘melancholie’ in duizend talen wil vertalen. En de onmacht daarbij als instrument gebruikt.

Deaf Center met zielepijn, Fennesz met claustrofobie, Eluvium met zand in de synths: ook diè vergelijkingen verliezen net aan de finish. Hoe dan ook is Hecker’s geluid wel hoorbaar beïnvloed door neoklassiek, metal en electronische muziek. En wellicht dààr ligt, samen met een ontmoeting met Ben Frost op het Mutek-podium vorig jaar, de kern van deze plaat. Dat is alweer de zevende onder eigen naam voor de Canadees, en ze trekt de lijn door die met ‘An Imaginary Country’ in technisch opzicht was ingezet.

De plaat heft aan met een gated piano in ‘The Piano Drop’, daarmee refererend naar de hoesfoto. Die verbeeldt de traditie waarin studenten van het Massachusetts Institute of Technology jaarlijks een piano over de dakrand duwen. Al het mooie is weerloos: Lucebert schreef het eerder al. Of het nu om onschadelijk bedoelde symboliek dan wel om ontsporende traditie gaat: het beeld symboliseert in ieder geval wèl hoe tegenwoordig met muziek wordt omgegaan, voor Hecker. Waar het verkeerd gegaan kan zijn is moeilijk te zeggen, maar tracktitels als ‘Hatred Of Music I-II’, ‘Analog Paralysis, 1978’ en ‘Studio Suicide, 1980’ gaan wel mee op zoek naar een antwoord.

Het drieluik ‘In The Fog’ -die vorm gebruikt Hecker wel vaker- schept het duidelijkst de context waarin de plaat gemaakt is. De opnamen werden namelijk vorige zomer gemaakt in een kerk in Reykjavík, met een pijporgel en piano als centrale instrumenten. En hoewel alle materiaal werd opgenomen op één dag, werd vervolgens niet gekeken op een weekje voor de hi-tech trickery. Op dat vlak blijft de man uit Montréal een doordrijver, maar ook een zich verder bekwamend stilist. Lagen noise, feedback, distortion en de techniek van de digital signal processing worden hier vermengd met een neoklassieke zin voor compositie, wat niet losstaat van Frosts pianospel, en dat zet nog maar ‘s de tegenstrijdigheid in veel van Hecker’s muziek in het licht.

Hecker gaat ook hier op zoek naar het snijpunt van dissonantie en melodie. Maar, sterker dan op de meeste van z’n voorgangers, weet hij te doseren, bijna uit te puren. Zonder die evolutie had ‘No Drums’ niet de diepte kunnen bereiken die het in zich heeft. Tegendraads en meeslepend is ‘Hatred Of Music I’, dat zichzelf lijkt klem te zetten in z’n zoektocht naar bevrijdinging. En ‘Hatred Of Music II’ vervolgt met een contrast tussen intensiteit en rust, rauws en verzachtends, bitters en zoets.

Hecker klinkt intens en gepassioneerd, maar weet ook een balans te vinden waarin melodie een plaats heeft. Zelden hoor je chaos, en in het duister voel je doorgaans ook beschermends. Zo zou je ‘In The Fog III’ en ‘Analog Paralysis, 1978’ religieus kunnen noemen, los van Godsbesef. Er is één instrument waarin Hecker zich nog verder kan bekwamen: stilte. Stilte is wat deze plaat bij flìtsen mist, om helemaal boven zichzelf uit te stijgen. En ‘In The Air III’ blijf, jammer genoeg, een béétje hangen in zijn hang naar poëzie.

Een tâche de beauté op een plaat vol gedreven experiment.
Recensent:Mario De Block Artiest:Tim Hecker Label:Kranky
Dropkick Murphys – Going Out In Style

Dropkick Murphys - Going Out In StyleJe album beginnen met een feestnummer is altijd goed. Zeker als dat feest...

[RBDJAN] – [De Onderbaas]

RBDJAN - De Onderbaas In 2004 maakten we op de single 'Ballen tot we Vallen' van DJ Chuckie kennis...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT