Het hele album blijft het een beetje de vraag: is het soul met een poppy randje, of is het pop in een soulsausje. Ja, de saxofoon is onmiskenbaar soul en ook de arrangementen gaan duidelijk die richting uit. Maar de blanke stem van zanger Fitz en de manier waarop een goed deel van de liedjes op de plaat in je hoofd blijven steken is pop ten voeten uit. Misschien moeten we maar gewoon zeggen dat zeker de eerste helft van Pickin’ up the Pieces een uitermate goede combinatie tussen de twee muzikale werelden is.
Dat eerste deel van de plaat – zes nummers van de tien om precies te zijn -, is een opeenvolging van hele sterke nummers. De arrangementen zijn niet heel complex of spannend, maar dat wordt ruimschoot gecompenseerd met een aanstekelijke swing en niet al te lastige tekstjes, die zich gemakkelijk laten meezingen. Het geheel ligt goed in het gehoor en daar draait het uiteindelijk om.
De saxofoon van James King heeft in deze nummers een absolute sleutelrol, want die geeft een extra diepte aan de nummers en ruimte aan de andere instrumenten om zich ietwat terug te trekken.
Een instrument dat zich niet terugtrekt is de elektrische gitaar. Die is er namelijk niet. Het leek Fitz geen goed idee om die te gebruiken en dus ontbreekt die sound.
Dat breekt het album op in het tweede deel. De laatste vier nummers missen iets en dat zou goed gecompenseerd kunnen worden met een extra dimensie van een elektrische gitaar. In het meer bluesy slotstuk ontbreekt het echte slepende wat je wil horen als je naar blues luistert. Vooral het nummer ‘Rich Girls’ is daar een exponent van.
Bovendien is het blues-karakter van deze nummers een onwelkome breuk met het afwisselen van uptempo nummers en iets langzamere, maar wel volle nummers dat je aantreft bij het eerste deel van Pickin’ Up The Pieces. Het wordt een beetje saai en dat doet afbreuk aan een verder zeker niet verkeerd debuut van de band.
Er staan een paar prima singles op het album – het aanstekelijke ‘Money Grabber’ heeft forse hitpotentie - en die zullen we ook wel gaan horen op de radiozenders de komende tijd. Maar het album als geheel had net iets meer mogen hebben. Een beter einde en net iets meer complexiteit. Fitz en zijn Tantrums zetten iets heel degelijks neer, maar zullen tegelijk een tweede plaat moeten maken met meer allure. Er zit belofte in de band, alleen die moet nog volledig worden ingewisseld.
Mogwai - Hardcore Will Never Die, But You Will Hardcore Will Never Die, But You Will is alweer het zevende studioalbum van...
The Low Anthem - Smart Flesh The Low Anthem debuteert in 2006 met een titelloos album, maar met die...