Dat Kamer kan schrijven wisten we al langer. Tenslotte won hij in 2001 de Pop Pers Prijs, de prijs voor de beste popjournalist. Dat was pas negen jaar nadat hij popjournalist werd. Een haast obsessieve liefde voor muziek en een aanleg voor de journalistiek zorgden hiervoor. Zijn droge, korte en soms wat dwingende manier van schrijven zijn karakteristiek. Deze zorgt er voor dat zijn mening gemakkelijk voor waarheid wordt aangezien, en gecombineerd met zijn enorme kennis van en over de popmuziek is dit ook vaak waar. De beste interviews en de ware groten (Bowie, Waits, Yorke, Gallagher, Reed, Costello, Cave) van de popmuziek staan in dit boek. Met weinig maar vooral rake woorden haalt hij datgene naar voren die volgens hem karakteristiek zijn voor de personen die hij interviewt. Typerend daarvoor is het laatste interview in dit boek, met Beach Boys genie Brian Wilson. Kamer weet Wilson zich bloot te laten geven op een manier waar Wilson zelf ook van staat te kijken. Zonder tegen te sputteren, overigens. Het levert misschien wel het mooiste interview op in deze bundel. Wat des te leuker is, is dat Kamer bij elk interview een korte inleiding geeft waarop hij vertelt wat de artiest in kwestie voor hem betekent en onder wat voor omstandigheden het interview plaatsvindt. Op dat moment wordt de titel van het boek duidelijk. Zoals wanneer Kamer Morrissey interviewt. Je ziet Kamer, sowieso al een man wiens lichaam te groot is voor zijn vriendelijke en ietwat verlegen inborst, al verlegen zitten tegenover de man wiens werk hem heel wat genot en troost heeft geboden. Op zo’n moment is ook Kamer gewoon weer even fanboy, net als wij popmuziekliefhebbers. En dat is uiteindelijk waar het om gaat; de liefde voor muziek en haar makers.
Various - Roadrunner Roadrage 2005Helaas hebben we in Nederland en België geen MTV2 (de rock versie) op de...
Nickelback - Photopgraph Nickelback behoeft eigenlijk geen introductie meer want je moet wel als een...