Hoe Óró klinkt? Stel je de Faeröer eilanden, ergens in de zee tussen Scandinavië en Schotland voor in februari. Een besneeuwd winterlandschap in de haven van hoofdstad Tórshaven. Een groot verlaten betonnen zoutpakhuis. IJzige kou, galmende geluiden door de verlaten hallen en vertrekken. Onverstaanbare, maar evenzo ijzige vocalen. Bizarre zelfgemaakte instrumenten laten vreemde klanken horen. Heb je een beeld? Zo klinkt Óró ongeveer.
Betoverend mooi is dit album zeker. Bovendien klopt bovenstaande beschrijving perfect met het opnameproces. ORKA heeft in februari 2010 precies dat zoutpakhuis gehuurd. Overal werden microfoons geplaatst die de galmende geluiden in het gebouw opnamen. Zelfs de niet hoorbare trillingen werden opgevangen door geophones. Samen met producer Oktopus werd Óró ter plaatse gecomponeerd en opgenomen.
Schuw je het experiment niet, dan is het album magisch en verrassend goed luisterbaar. Een liedje zoals ‘Hon Leitar’, is eigenlijk een singer/songwriter pareltje, zij het met wat ongebruikelijke klanken. Andere tracks krijgen een haast industrial tintje mee, dat doet denken aan de Einstürzende Neubauten. ‘Betri Tíðir’ bijvoorbeeld, waarin de beat bestaat uit gerammel, stokslagen en ander niet thuis te brengen gerommel. Toch is ook dit weer een liedje. Een stuk als ‘Moldblak’ doet echt experimenteel aan en roept beelden op van surrealistische nachten in een uitgestorven industriële zone, waar het gevaar overal op de loer ligt.
Óró is het beluisteren meer dan waard. Het is een muzikale trip, maar wel een duistere. De magie van de klanken en sfeer maken de cd met elke luisterbeurt beter. ORKA wint niet zomaar de meest prestigieuze muziekprijzen in het hoge noorden. Ze toeren naar aanleiding van dit album door Europa (hint).
Sean Khan - Slow Burner Sean Khan is een jazzmuzikant die graag traditionele jazz vermengt met...
Stevie Nicks - In Your Dreams Stevie Nicks is met haar karakteristieke stemgeluid en haar charismatische...