Het eerste dat opvalt is dat het album is uitgebracht op Condon’s eigen label Pompeii Records. De reden daarvoor is duidelijk: Condon wil zelf totale controle en eigenaarschap hebben (en houden) over de rechten van zijn liedjes.
De eerste single ‘East Harlem’ liet al horen dat we deze keer opnieuw een bijzonder aangename mix van Westerse pop en Balkan invloeden mogen verwachten. En dat klopt ook inderdaad. De sterke opener ‘A Candle’s Fire’ begint nog voorzichtig met een melancholische accordeon partij, waarna een enorme partij blazers de song pas echt in gang zet. Prachtig gedaan. En Condon heeft opnieuw zijn best gedaan op de teksten. “Tonight we rest beside the fire, a smile upon your face, just don’t forget a candle’s fire is only just a flame” klinkt het in de opener.
Koper heeft op dit album sowieso een grote rol toebedeeld gekregen. Groter dan op de voorganger, waar strijkers en piano vaker dan hier een hoofdrol speelden. De enige beetje vreemde eend in de bijt op het album is ‘Santa Fe’. Deze song lijkt meer beïnvloed te zijn door de elektronische muziek waar Condon in zijprojecten graag mee experimenteert. Toch weet hij ook deze invloeden prachtig te integreren in zijn totaalgeluid, waardoor het onmiskenbaar Beirut blijft.
The Rip Tide is iets toegankelijker dan de voorgangers. Westerse pop lijkt iets vaker het vertrekpunt geweest te zijn van de songs op het album. Hierdoor blijven de meeste songs sneller hangen. Ik ben benieuwd of hiermee ook een grote doorbraak dichterbij gaat komen voor de jonge Amerikaan.
The War On Drugs - Slave AmbientNadat Kurt Vile eerder dit jaar het album Smoke Ring For My Halo uitbracht,...
Uber Ich - Mozaïque Eens in de zoveel tijd kom je een plaat tegen van een beginnend bandje...