Als sessiemuzikant werkte hij al met Miles Davis, Joni Mitchell en George Harrison en zelf heeft hij maar liefst 24 (live)albums uitgebracht als solo artiest of de band met zijn broers. Robben Ford wordt genoemd als een van de 100 beste gitaristen van de 20e eeuw (Musician Magazine) en heeft een melodieuze manier van spelen met een bijzondere en herkenbare timing. Zingen kan hij ook, al is het geen uitzonderlijke zangstem maar wel een die prettig in het gehoor ligt. Naast deze kwaliteiten kan Ford ook goede nummers schrijven, maar dat heeft hij voor Bringing It Back Home niet gedaan. Voor dit album heeft hij gekozen voor een tiental relatief onbekende bluesnummers.
Het album heeft Ford ingespeeld met enkele sessiemuzikanten die hun sporen verdiend hebben, zoals bassist David Pilch, de geweldige Larry Goldings op orgel, trombonist Steve Baxter en drummer Harvey Mason. De kwaliteit druipt er van af! Elk nummer is van hoge kwaliteit, de mix is helemaal top en de solo’s zijn smaakvol. Solo’s zijn er van Ford, maar ook van de Hammond of trombone. De variatie in nummers is prettig. Er zijn verschillende soorten blues die voorbij komen, waardoor er genoeg afwisseling is om het voor de luisteraar interessant te houden. De covers die hij speelt zijn van artiesten als Allen Tousaint, Bob Dylan, maar vooral van de wat minder bekende songwriters. Geen album vol met blues-nummers die je al honderden keren gehoord hebt.
Albumopener ‘Everything I Do Gonna Be Funky’ is (natuurlijk) lekker funky en swingend, gevolgd door het swingende maar ingetogen ‘Birds Nest Bound’. ‘Oh, Virginia’ is een mooie slepende blues net als het instrumentale ‘On That Morning’. Het Dylan-nummer ‘Most Likely You Go Your Way (And I’ll Go Mine) is een heerlijk soulnummer, dat qua uitvoering dicht bij het origineel ligt, alleen door het orgel en door het soleerwerk toch beter dan het origineel. Het nummer ‘Fool’s Paradise’, dat bekend is van Sam Cooke, kan door Robben Ford niet overtroffen worden, ondanks dat het een mooie uitvoering is met weer een magistrale orgelsolo.
Het complete album speelde overigens Ford op een Epiphone Riviera uit 1963 op hetzelfde element. Hierdoor heeft het gitaargeluid op het album een duidelijke lijn, gelukkig wel met ‘clean’ en ‘overdrive’ afgewisseld. Misschien is die tactiek ook wel een beetje het zwakke punt van Bringing It Back Home. Het blijft een tikkeltje vlak en wat netjes, terwijl het ook zo lekker was geweest als de gitaar even maximaal uit de bocht zou vliegen en wat dikker en gruiziger zou klinken.
Het resultaat blijft een bijzonder prettige blues- en soulplaat, die interessant genoeg is om naar te luisteren en relaxt genoeg is om als achtergrondmuziek op te zetten.
Luca Sapio and Capiozzo & Mecco - Who Knows Luca Sapio is een Italiaanse musicus, zanger en producer die met zijn...
Blitz Kids - Never Die Als je door Kerrang! word genomineerd voor ‘Beste Britse nieuwkomer’ dan...