In veel nummers ontbreekt enige opbouw. De constante herhaling in ‘Hoodoo Jungle Blues’ maakt het, ondanks de uitstekende gitaarbreak, een beetje saai. Voor verschillende andere nummers geldt hetzelfde. Zo lijkt bij het stampende ‘I Go Down’ hetzelfde stuk gewoon een paar keer achter elkaar te zijn geplakt. Naast het feit dat het duo zich er soms dus wat makkelijk vanaf lijkt te maken, bevat vooral het begin van de plaat een aantal onderdelen die al snel irritatie opwekken. Het hoge gepiep op de bluesharp in ‘Hummin’ Bird’ is hier een voorbeeld van. Daarbij komt dat de toevoeging van een tweede stem aan het doorleefde stemgeluid van Joost Varkevisser nimmer goed uitpakt. Het onverstaanbare gebral in ‘Plenty O’ Women’ werkt op de zenuwen en voor het hoge stemmetje in ‘This Dime Ain’t Yours (This Dime Is Mine)’ geldt eigenlijk hetzelfde.
Ondanks deze kritische noten valt er ook genoeg te genieten. Het eerder aangehaalde hoorbare enthousiasme resulteert in een vuige sound die hoort bij een dergelijke mix van blues en garagerock. Opvallend genoeg is het beste nummer ‘Fuzzbone Slim’, waarin de Haarlemmers even wat gas terugnemen. Hierdoor bieden ze zichzelf de ruimte om toe te werken naar een dampende climax. Het ietwat duistere en slepende couplet krijgt als toetje een vurige solo op de bluesharp. Ja, The Pignose Willy’s kunnen het wel degelijk .
Black Light Burns - Lotus IslandGeef Wes Borland een vinger en hij neemt je hele hand. De gitarist/zanger van...
HATEM - Ultraviolet Catastrophe Van folk naar electropop; het moet kunnen. Dat moet het Spaanse gezelschap...