De duistere sfeer die Hurts neerzet is zeker lovenswaardig, maar muzikaal is Exile, afgezien van een paar nieuwe details, zelden memorabel genoeg. Het album begint met het gelijknamige nummer ‘Exile’, een heerlijk poprocknummer met mooie doordringende zangpartijen. Het is een spannend openingsnummer dat klinkt als een vreemde mix tussen Muse, Depeche Mode en Massive Attack.
Hurts doet op dit album nogal denken aan een band als White Lies, die na een geweldig debuut met veel zwakkere tweede aan kwam zetten, en nu van de aardbodem lijkt te zijn verdwenen. In nummers als ‘The Road’ is de invloed van Muse duidelijk terug te horen. In ‘Cupid’ en ‘Sandman’ combineert Hurts gevoelige teksten met Britste popbeats. Het album gaat door met ‘Mercy’, waarin een heerlijk opbouwende climax zit.
Onder aanvoering van producer Jonas Quant schakelen de heren van Hurts voortdurend tussen het verleden en het heden, tussen hip en reed beproefd. Het album lijkt acceptabel voor een groter publiek, maar het roept twijfels op bij het daadwerkelijke bereik. Er is een overschot aan invloeden, waardoor het eigen geluid bijna naar een nulpunt is gezakt.
Exile is niet zo intrigerend als het had kunnen zijn. Hutchcraft en Anderson bieden een aantal fatsoenlijke ideeën, maar het album klinkt al te vaak niet ver genoeg verwijderd van de Top 40 op een willekeurige week. Exile valt terug in dezelfde oude trucs, maar blijft een aanrader voor de gevoelige ziel in ons. Echter, het tweede gedeelte van het album blijft een groot experiment dat er geen voldoende weet uit te trekken.
The Saints - King Of The Sun The Saints zijn voor de punk wat Alfred Russel Wallace is voor de...
Few Bits - Few Bits Er lijkt in België wel een soort van Super Liga van alternatieve popmuziek te...