Nu is jazz natuurlijk al een onnoemelijk breed genre en Jones kruipt in de experimentele hoek. Structuren zijn veelal moeilijk te ontwaren en lichtvoetig of opgewekt is het allerminst. Het lukt Jones daarbij niet om continu te overtuigen. Vaak mist hij de grilligheid die bijvoorbeeld The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble, om maar eens een referentie te noemen, wel heeft. Het lijkt net of Jones niet voor de volle honderd procent heeft durven kiezen voor het duistere.
Dat wil niet zeggen dat dit nergens het geval is. ‘Phthonos’ is het meest moderne en vooruitstrevende nummer. Aan de hand van allerlei soundscapes zweeft het in het gebied tussen jazz en ambient en dat levert een aantal unieke minuten muziek op. Daarnaast is ‘Big Hair’ een tweede hoogtepunt. Een typisch jazzritme met een constante hoofdrol voor de bekkens zorgt voor wat tempo. Desalniettemin schuurt het aan alle kanten door Jones’ avant-gardistische aanpak.
Jones heeft een alleraardigste band om zich heen verzameld, met onder andere Johnny Baggot (bekend in de wereld van de triphop) en harpiste Ruth Wall. Laatstgenoemde valt op door juist niet te zeer op de voorgrond te treden. Het karakteristieke geluid van de harp zorgt niet voor wrijving, maar vloeit samen met de andere instrumenten. Toch is er meer aan te merken op Love Form dan dat er positieve punten zijn. Het gefluit in het titelnummer is zo’n misplaatst element dat het in feite het hele nummer om zeep helpt. Wellicht past een dienende rol toch beter bij Charlie Jones.
Booka Shade - EveDe Duitse vriendjes van Booka Shade togen in de zomer naar Manchester om...
Hydrus - Nodes Het kleine Nederlandse label Narrominded blijft dapper opboksen tegen de...