Het album trapt af met het instrumentale, thuis opgenomen 'Denmark'. Dit lied vormt gelijk een hoogtepunt in het kleine halfuur dat de plaat duurt. In het eerste vocale liedje 'How Come?' valt gelijk op hoe hard de (hier met een strijkstok bespeelde) contrabas in de mix staat. Het instrument heeft een zeer fraaie klank en wordt kundig bespeeld door Peter Jessen, maar zo hard in de mix eist het instrument te zeer de aandacht op en leidt het op enkele plekken zelfs de aandacht van de vocalen weg en dat kan niet de bedoeling zijn geweest. Ook op andere plekken zijn de verhoudingen in de mix naar mijn mening niet helemaal lekker. Zo staan de vocalen soms erg hard in vergelijking met de muzikale begeleiding. Dit kan echter niet als substantiële kritiek aangeleverd worden, omdat dit slechts een kwestie van smaak is en een bewuste keuze achter de mixtafel moet zijn geweest.
Met de sfeer die het duo neerzet zit het gelijk wel snor. De liedjes worden klein gehouden en nergens wordt afgeweken van de natuurlijke, sobere productie. De songs zijn in melodie en uitvoering stijlvol en tijdloos. 'Doubt Do Us Part' is één van de lekkerst klinkende songs van het schijfje. Het korte, experimentele en mysterieuze 'A Tender Trap', met een glansrol voor de contrabas, vormt een mooie afsluiting van een prima debuutplaat. Een plaat zonder echte uitschieters, maar ook zonder missers. Sommerhus: een bijzonder duo dat hier laat horen zeer muzikaal te zijn.
Eamon McGrath - Exile Part OneOnlangs naast een Canadees met een gitaar in de trein gezeten? Kans dat het...
Lonely The Brave - Backroads EP Na enige tijd meegedraaid te hebben als support van Deftones, na optredens op...