Dat is namelijk meteen terug te horen op hun plaat. Na één keer luisteren is al te horen dat ze eigenlijk een heel collectief aan genres door elkaar husselen. Zo is het eerste nummer, ‘Hayward!’, al een mengeling van verschillende soorten muziek: het begint met een soort Black Keys-achtige intro die al snel overloopt in een grote bak industrieel gitaargeluid, waarin na een minuut het tempo ook nog eens twee keer zo snel wordt.
Het lijkt al snel een zooitje ongeregeld, totdat ineens ‘No Time’ en ‘Epicondyles’ rustiger te lijken en meer structuur bevatten. Vervolgens komt ‘Dograces’, een track met een sterk ritme en een herkenbaar elektronisch stukje, waar fuzzy overheen wordt gezongen. Dit loopt helaas uit in een muzikale brei waar weinig uit op te maken is en kort daarna zelfs in een soort liftmuziekje. ‘Mono’ is het beste nummer van de plaat: eerst nodigt het je op een bijzondere manier uit om te dansen als een robot om daarna verder te gaan met een keihard refrein. Ook laatste nummer ‘Pterodactyls’ is een van de betere op het debuut: een uptempo, edgy punknummer om op los te gaan.
Misschien wilde Dub Thompson bewijzen dat je dingen niet in hokjes moet stoppen wat genre betreft, aangezien dat bij hen op geen enkele manier mogelijk is. Het is moeilijk om ze te definiëren en het is dan ook erg lastig om in het album te komen. “Baby you’ve got no time for loving, baby you’ve got no time for love,” zingt Pulos in het tweede nummer. En gelijk heeft hij, want er is al nauwelijks genoeg tijd om muziek te maken. Dat realiseert Dub Thompson zich goed en het album heeft een erg verrassend geluid. Ze mogen echter eerst nog even uit gaan zoeken wat ze nu precies willen om een echte eigen sound te bereiken, maar voor nu kunnen we het best doen met hun post-punk-noise-rock-electronic-stoner debuutplaat.
Chad VanGaalen - Shrink Dust Chad Vangaalen is een veelzijdige kunstenaar uit Canada. Naast zijn...
Tomas Barfod - Love Me Mocht je nog nooit van Tomas Barfod gehoord hebben, dan kan dat heel goed...