De plaat opent met scheurende gitaren en de lage stem van Jacobs in het korte ‘The Day I Tried To Call You From My Coffin’. Wat ontbreekt is een pakkende melodielijn die je de plaat intrekt en je doet verlangen naar meer. Gelukkig volgt snel de single ‘Yeah Yeah Yeah’, die met een vrolijke en catchy melodie wel weet te bekoren. Het klinkt als jaren ’90 indie-rock. ‘I Don’t Know’ is een wat rustiger popliedje dat aardig voortkabbelt en in het refrein muzikaal losbreekt. Dat Ensor niet altijd kiest voor ingewikkelde en onbegrijpelijke teksten blijkt uit het simpele ‘Do It’, dat als een van de minpuntjes van de plaat bestempeld kan worden. Ook ‘Clap Clap’ heeft een wat eenvoudige titel, want u raadt het, er wordt in geklapt.
Op ‘A Song To Cut Like A Knife’ wordt de band bijgestaan door een viool en altviool, wat indruk maakt. Zeker het lange en dramatische intro is erg pakkend. Daarmee is het nummer ook een van de favorieten van de plaat. Na acht nummers bouwt de band een flinke gitaarsolo in op ‘U-talk’, dat strandt in een fuzzy fade-out van bij een minuut. Wat ons betreft had dit ook het einde van de plaat mogen zijn, want de albumafsluiter ‘The Magickal Return Of Scorpio Scarecrow’ komt niet fijn uit de verf. Wel is het waard te vermelden dat dit nummer is gebaseerd op het gedicht ‘Hymn To Pan’ van Aleister Crowley.
Kicks schommelt wat heen en weer, zowel in kwaliteit als in muziekstijl, en is daarmee niet erg sterk. Het heeft zijn positieve en negatieve punten en de Amsterdammers van Ensor weten hiermee dus nog niet te overtuigen.
Hollerado - White PaintVeel muzikanten zullen een haat-liefde verhouding met het internet hebben. In...
FireForce - Deathbringer Powermetal, in de meest traditionele zin van het woord, is een genre dat het...