Ook Yann Tiersen kan in het geval van Chapelier Fou niet onvermeld blijven. De beide Fransen plaatsen de viool in hedendaagse muziekstijlen en songstructuren. ‘Polish Lullaby’ had zonder problemen onder een scène van Good Bye, Lenin! kunnen staan. Warynski gaat met zijn elektronica elders echter nog een stap verder dan Tiersen. Slechts zelden mondt zijn experimenteerdrift uit in een onsamenhangend resultaat.
Waar het ene nummer, bijvoorbeeld ‘Pluisme’, laag voor laag tot volle wasdom komt, kiest Chapelier Fou elders voor een directere aanpak. Het knappe aan Deltas is de muzikale verscheidenheid, en dat komt ook nog eens allemaal uit één hoofd. Mindere passages, zoals de elkaar niet lekker liggende vederlichte elektronica en zware strijkpartijen in ‘Grand Arctica’, zijn in ondertal. Het piepende en krakende ‘Triads For Two’ vat het album dan ook beter samen. Melodielijnen zorgen steeds kort voor enige houvast, waarna ze je het volgende avontuur in sleuren.
Moeilijk te plaatsen geluiden en effecten blijken met fraaie loopjes tot de favoriete ingrediënten van Chapelier Fou te horen. De muziek glipt als het ware steeds weg en dat houdt Deltas zo goed als voortdurend interessant. ‘Tea Tea Tea’ is een spannend theekransje door de eigenwijze percussie en de viool die hier eens voor een, zij het niet overheersend, balkansausje zorgt. De staccato, maar door de klankkleur niet streng klinkende tonen, vallen positief op. Net zoals hun geestelijk vader dat doet.
Shaun Escoffery - The Red RoomWaar ligt de grens tussen pastiche en hoorbaar beinvloed? Dat vraag je je...
Erlend Øye - Legao Noorwegen en IJsland. Niet de eerste twee landen waar je aan denkt wanneer je...