Na eerst een tijdje met elkaar te hebben gespeeld, ieder bracht toch zijn eigen diverse achtergrond mee, met optredens in clubs en op festivals, was het tijd voor die eerste release met eigen werk. Vorig jaar doken ze daarom de studio in voor de opname van een twaalftal songs, gedompeld in een mix van wereldmuziek, jazz en afrofunk, waarbij de nadruk ligt op de zwaardere blazerssectie van de tuba en baritonsaxofoon.
Deze twee zwaargewicht instrumenten nemen het op tegen de jazzy groovelijnen die worden neergelegd door de gitaar en keyboard, en de strakke stuwende beats vanuit de percussie. Wat soms voor een kakofonie van tonen zorgt die de oren van de luisteraar bestoken. Maar gelukkig worden deze songs afgewisseld met enkele meer intiemere vocale nummers. Heeft geheel heeft wel wat weg van een kruising tussen La Boutique Fantastique, New Cool Collective, of een kleinschalig Kytemans Orchestra met Afrikaanse roots.
Er wordt fiks afgetrapt met ‘Wuzz Gnawan’. De blazers en percussie leggen een Marokkaanse groove neer en krijgen jazzy bijval van old school gruizig hammond orgelwerk en scherp snijdende gitaarlijnen. Een swingende boel dus om het feestje mee te starten.
Het wild kolkende arrangement wordt beteugeld voor de overgang naar het vocale ‘Senhor Atanga’. Nog steeds een warme beat en flow in het zuidelijke ritme, waar overheen de zoet gestemde Portugese vocalen van Sarah van Impe of Helene Jank zijn gelegd. Jammer genoeg werd er in het begeleidend schrijven niet duidelijk wanneer welke dame haar stem verleende.
De langzaam op gang komende, maar speelse jazzlijn wordt vervolgd in ‘Simca 2000’ toetsenist Maarten Meddens leeft zich uit met een batterij elektronische synthgeluiden. En op de kleine featurette ‘Tubatanga’ krijgen we een battle tussen de tuba, bariton en bongo.
Coen Kaldeway op fluit geeft net die frisse touch aan de tweede vocale track ‘A Travessia’ terwijl er gezongen wordt over de Orixas, de traditioneel West-Afrikaanse goden, en hun bezorgdheid over de wereld.
Het had al gauw te veel van hetzelfde kunnen worden als de groep zich naast de zware tonen van tuba, baritonsax en drums geen frisse of speelse instrumentale afwisselingen hadden toegevoegd. De synth uitstapjes of het orgelwerk van Maarten Meddens, de fluit van Coen Kaldeway, de scherpe gitaarlijnen of de zwoele zang van de dames zorgen voor genoeg variatie in de ritmes dat de speelsheid behouden blijft.
Hasse Fröberg & Musical Compagnion - HFMCHet Zweedse Flower Kings bestaat uit een aantal bijzonder getalenteerde...
Darkness Falls - Dance And Cry Darkness Falls is een populair Deens duo dat zich specialiseert in donkere,...