In eerste instantie lijken de Schotten met hun hoekige liedjes een complete tegenpool van de theatrale sound van de oude synthpoppers. FFS laat echter horen dat de verschillende stijlen eigenlijk naadloos in elkaar overlopen. De totaal verschillende stemgeluiden van Russell Mael en Alex Kapranos blijken een match made in heaven. Het repertoire van de gebroeders Mael heeft nog wel eens de neiging te groots en hoogdravend te worden, maar dan zijn er de mannen van Franz Ferdinand om ze met beide benen op de grond te houden. ‘So Desu Ne’ en ‘Piss Off’ zijn hiervan goede voorbeelden. Het neigt soms een beetje naar Kraftwerk, maar blijft altijd gestroomlijnd poppig. Een nummer als ‘Johnny Delusional’ heeft de typische FF-ernergie en ook ‘Call Girl’ lijkt opgedoken uit een schotse doos. Het is keurig om Russell`s stem gepakt en Ron’s pianospel is alle ruimte te geven.
Het plezier spat van de plaat af en nergens dreigt een van beide acts onder te sneeuwen. FFS als geheel lijkt totaal in balans. Het nummer ‘Collaborations Don’t Work’, dat kan worden gezien als de geboorte van FFS, is ontegenzeggelijk het absolute hoogtepunt van de plaat. Wat begint als een rustige showtune blijkt een reis via het musicalesque, de jazz en een portie dansrock. Een mini rockoperette van het kaliber ‘Bohemian Rhapsody’.
Een ironische start voor een opmerkelijk project, als FFS tenminste als een project gezien kan worden. Zelf geeft FFS aan nog wel een tijdje samen door te willen. Waar het doel leek om twee carrières uit het slop te trekken, lijkt een nieuwe te ontstaan. Een samenwerking die zo uitermate goed werkt kan alleen maar tot meer kitchpoppareltjes leiden. ’Collaborations Don’t Work? Piss Off!’.
LA Priest - InjiiEens in de zoveel tijd duikt er uit het niks een track op die je bij de...
Jaakko Eino Kalevi - Jaakko Eino Kalevi Er hing tijdens het Eurosonic Festival van 2014 een vreemde spanning rond de...