Maar laten we wel wezen. We moeten waken dat we de indruk van kunst niet automatisch ook als kunst gaan zien. Nee, we moeten vooral even de realiteit voor ogen houden: als iets niet goed is, is het niet goed. En dat is precies wat er bij Pop. 1280 aan de hand is.
Wat dat aangaat is het hilarisch dat de band is vernoemd naar een vrij obscure misdaadroman van auteur Jim Thompson. Die was vooral in de decennia na de oorlog actief en op één journalist na – Anthony Boucher van de NY Times – kreeg bij van geen mens lof over zijn vreemd geschreven boeken. Hetzelfde lot lijkt Pop. 1280 beschoren, want aan alle kanten schuurt Paradise. Het lijkt alsof er bewust gerommeld is met de productie, zodat instrumenten en computers qua volume en kleur niet met elkaar stroken. En het is duidelijk dat – zoals bij punk wel vaker gebruikelijk is – Chris Bug eigenlijk helemaal niet kan zingen. Om dat enigszins te maskeren is er een lading effecten over het klagerige geschreeuw van Bug’s vocalen gegooid. Die lijken daardoor op een hele slechte imitatie van Marilyn Manson in zijn woestste jaren.
Maar zelfs al was de productie tiptop en waren de muzikanten van een hoger niveau, dan nog was Paradise geen hoogvlieger. De nummers zijn eentonig en saai. Tempowisselingen en zelfs tracks met meer dan één of twee riffjes zijn zeldzaam op het album en dus zoeken de bandleden hun climaxen in volume. Het luistergenot daalt bij elke poging.
Misschien nog wel het storendst van alles zijn de teksten, die overigens niet goed te verstaan zijn. Een voorbeeld: ,,A fool came running through the rust, he told me why I’d always lost. I asked him how he got his scars. He told me there were no pyramids on Mars’’. Volgt u het nog? Wij ook niet. Behalve dat het bijna kunstzinnig slecht is.
The Besnard lakes - A Coliseum Complex MuseumIn de rijke en dynamische muziekscene van Montreal is The Besnard Lakes een...
So Pitted - Neo De undergroundscene van Seattle heeft weer eens iets vuigs uitgespuugd. So...