Om de luisteraar in deze omgeving mee te krijgen heeft Eyemér een kleine aanloop nodig. De openingsnummers ‘Promise’ en ‘Can’t You See’ zijn van een teleurstellende middelmaat en willen nog niet direct beklijven. Het duurt tot na het korte ‘interlude’ dat de plaat echt een diepe duik in het hoofd van Devreese neemt en dit is ook direct het moment dat het album zijn beloftes echt in begint te lossen. Het stemgeluid van Devreese begint meer te spelen met de echo’s op meerdere tracks dat hiermee gelijkenissen begint te vertonen met een akoestische versie van Warpaint, de populaire indieband uit Amerika die (weliswaar met meerdere vocalisten) op eenzelfde manier speelt met vocalen en echo’s.
Het is op dit moment dat het album zijn beste kaarten op tafel legt. ‘Candle’ en ‘Butterfly’ behoren tot het beste van wat Eyemèr te bieden heeft, omdat Devreese in de nummers daarvoor de luisteraar bij de hand heeft meegenomen. ‘Butterfly’ biedt dan ook een betere samenvatting van Temporarily Colourblind dan dat uw recensent kan geven: ”‘Sometimes it gets cloudy, but she knows there’ll be sun in the end”.
Het afgelopen jaar zijn er veel singer-songwriters geweest die hun eigen plekje in dit volle landschap hebben weten uit te snijden op een manier die gelijkenissen vertoont met de muziek van Eyemèr. Julien Baker en Eskimeaux zijn voorbeelden, maar Iron and Wine en Jesca Hoop’s gezamenlijke langspeler speelt ook veel met koude klanken. Op zijn beste momenten doet de muziek op Temporarily Colourblind niet onder voor die van deze artiesten. De manier waarop Eyemèr de luisteraar naar binnen weet te trekken brengt veel waardering op, echter is het wel een plaat waarop de sterkste nummers voor het laatst bewaard zijn.
Cullen Omori - New Misery New Misery is het debuut van de Amerikaan Cullen Omori , die van 2007 tot...
Lust For Youth - Compassion Compassion is het vijfde album van Lust For Youth , het project van de...