Lárus’ zijn muziek is vergelijkbaar met die van een andere IJslandse muzikant, namelijk Ólafur Arnalds. Denk geïmproviseerde neo-klassieke klanken zonder poespas. Dat wil zeggen dat de nummers het beste klinken onder het gezelschap van een knisperende open haard. Of bij een natuurlijke omarming van moeder aarde. Wat zijn nummers verschillend maakt van Ólafur is dat hij zich richt op authentieke klanken. Een track als ‘P.P. ViðDaudadjup’ kent middeleeuws klinkende snaarinstrumenten die Ólafur liefkozend Jarðhörpur (aarde-harpen) noemt.
Vanaf opener ‘Entry By The Wolf Door’ verliest Lárus zichzelf in de gelaagdheid van zijn eigen melodieën. Waar de beste man eerst nog geïnspireerd en interessant klinkt, daarmee verliest hij zichzelf op de afsluiter. De opener heeft een rare soort aantrekkelijkheid, die door het gebruik van een koor wordt versterkt. Langzaam introduceert hij de verschillende melodieën die samensmelten in een ambient-achtige vorm van klassiek. Wanneer hij dezelfde formule gebruikt op de opeenvolgende nummers verliest hij langzaam de aandacht van de luisteraar. Het kabbelt iets te makkelijk voort, zonder enige hint van progressie of originele improvisatie. Desalniettemin blijft het een mooi werk om naar te luisteren, maar zal het na enige luisterbeurten wat gaan tegenstaan.
Whitney - Light Upon The LakeMet een bandnaam die enigszins de indruk wekt dat we te maken hebben met een...
Barbarisms - Browser Nicholas Faraone is een in Stockholm woonachtige Amerikaan, die een muzikale...