Met twinkelende klanken opent Lusine zijn plaat. Een warme en dromerige beat wordt vakkundig opgebouwd tijdens het openingsnummer ‘Canopy’. McIlwain weet zijn nummers vernuftig op te bouwen door steeds meer laagjes over elkaar heen te gooien. Zonder het overzicht te verliezen bouwt hij met melodieën en beats een warme muzikale deken die de vorm van een echte earworm aanneemt.
Lusines elektronische muziek wordt aangevuld met pop en ambient. ‘Ticking Hands’ – met vocalen van zijn vrouw Sarah– is een heerlijk poppy nummer dat zich al bubbelend en krakend naar het einde toe manoeuvreert. Ook voor experiment is er ruimte op Sensorimotor. Het intermezzo ‘Chatter’ bevat echoënde scherven en iets wat neigt naar een klarinet. Hier schuift Lusine richting de ambient van Tim Hecker, maar de verzachtende werking van zijn muziek blijft de boventoon voeren. Enkel de dreigende drone in het nummer ‘Tropopause’ haalt de zachtheid wat uit het geheel. ‘Tropopause’ is het enige nummer dat misschien wat saai is, maar het valt te prijzen hoe divers hij op Sensorimotor te werk gaat.
Hoewel het gros van de plaat rustig is, zijn er een paar uitschieters qua tempo waarop McIlwain zich met één been op de dansvloer begeeft. ‘Flyway’ is daar een voorbeeld van. De basis waarbij hij steeds wat meer details toevoegt blijft echter hetzelfde. Ook voor afsluiter ‘The Lift’ wordt het tempo weer wat omhoog geschroefd. Met een diepe bas en snelle, scherpe beats mag nu ook het andere been de dansvloer op. Nu valt het op hoe McIlwain niet allen zijn nummers, maar ook zijn hele album op een slimme manier heeft weten op te bouwen. Het genre ‘intelligente dansmuziek’ blijkt in ieder geval een term te zijn die Lusine dubbel en dwars verdient.
Sir Was - Digging A TunnelHij was ooit bandlid bij Jozé Gonzalez, maar met Digging A Tunnel heeft...
Nadia Reid - Preservation Wat goed is, hoeft niet van ver te komen. Bij Nadia Reid is dat echter wel...