Met openingsnummer ‘123’ presenteert Girlpool meteen zijn nieuwe ‘zelf’. De gitaarpop is wat ruiger dan voorheen, zonder in bombast te verzanden. Tucker en Tividads vocalen zijn daarbij even intrigerend als eerder het geval was. Door verschillende zangstijlen te combineren binnen één nummer, verrassen ze. Zo is de zang op ‘123’ in eerste instantie onschuldig, om vervolgens venijnig uit te halen.
Girlpool moet het hebben van rijke gitaarpop en hier en daar wat onstuimigheid. De wat meer slepende nummers als ‘Your Heart’ en ‘Fast Dust’ zijn weinig verheffend, onder meer door het ontbreken van mooie harmonieën. Het fijne aan een zwak Girlpool-nummer is wel, dat het snel voorbij is. Op Powerplant heeft het drietal twaalf nummers in een klein half uur weten te proppen. De zelfs voor deze band korte nummers ‘Corner Store’ en ‘High Rise’ behoren tot de hoogtepunten van het album. Beide liedjes herbergen abrupte veranderingen, bijvoorbeeld van een zomerse sound à la Real Estate naar scheurende gitaren.
Muzikaal gezien heeft Girlpool het dus grotendeels uitstekend voor elkaar. Ook tekstueel is het hier en daar prikkelend dan wel wat vreemd, zoals in ‘It Gets More Blue’: “The nihilist tells you, that nothing is true. I said I faked global warming, just to get close to you”. Dit alles maakt Powerplant een aangenaam album, zonder dat het jaarlijstjesmateriaal is.
L`Homme Armé - Die JetztzeitTweemansformaties die rocken zijn hip. Geef ze eens ongelijk: je hoeft maar...
Mick Flannery - I Own You Mick Flannery is boos. Boos op de consumptiemaatschappij, boos op...