Het album begint net als de hiervoor genoemde EP met het gelijknamige nummer ‘Out Is In’, dat dankzij de donkere, stevig galmende synthesizers en opzwepende percussie herinneringen oproept aan de postpunkband Joy Division. Maar waar de EP vervolgens meer de folkkant opgaat, vervolgt Lea Porcelain op Hymns To The Night de postpunk en newwave uit de jaren tachtig. Door de gelaagdheid van de synthesizers, waarbij warme klanken worden gemixt met technogeluiden en door de gitaarrifs, lijkt de band qua geluid op een mix van New Order, Depeche Mode, Orchestral Manoeuvres In The Dark in zijn beginjaren, The Cure, Editors en White Lies. Die laatste vergelijking zit hem ook heel sterk in de donkere, nonchalante en soms vlakke stem van zanger Markus. Deze mix van invloeden resulteert in een aantal hoogtepunten, zoals het sfeervolle ‘Bones’, dat qua gitaarloopje zo op het album Desintegration van The Cure had kunnen staan, het strijdlustig ‘Similar Familiar’, het duistere ‘The Love’ en het stemmige ‘Remember’.
Naast de new wave/postpunkstijl doet de band af en toe een muzikaal uitstapje zoals op het folky ‘A Year From Here’, het pianoliedje ‘White Noise’ en het Doors-achtige ‘Endlessly’. Deze sterke nummers vormen een aangename afwisseling met de zware synthesizernummers en zorgen ervoor dat het geheel beter is dan de som der delen. Het meest vreemde nummer is ‘Loose Life’, dankzij de sterke reverb in de zang. Dit is tevens ook het minste nummer van de plaat.
Hoewel niet alle teksten even goed te horen zijn, vormen relaties de rode draad in de liedjes. Zo gaat ‘Warsaw Street’ bijvoorbeeld over twee zielsverwanten die elkaar spontaan tegen het lijf lopen. Ook hier vinden we het duistere element van de muziek weer terug, want Markus eindigt het liedje met de conclusie dat uiteindelijk alles toch kapot gaat.
Hymns To The Night is een zeer sterk debuutalbum, waarop Lea Porcelain duidelijk teruggrijpt naar de duistere invloeden aan het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Dankzij de technoroots van Julien Bracht klinkt de plaat echter nergens gedateerd, maar krijgen de indieliedjes juist een extra gelaagdheid. De plaat is daarmee een duidelijk voorbeeld van het feit dat twee muzikanten met verschillende achtergronden elkaar kunnen versterken en samen kunnen uitgroeien tot grotere hoogten.
Kiki Mettler - FeathersIn de categorie ‘Singer-songwriters uit eigen land’ zijn de laatste jaren...
John Smith - Headlong John Smith , een naam waarin de meest voorkomende Engelstalige voornaam met...