VERSLAG: Juliën L Ortye
Beach House
Tijdens een van de meest broeierige avonden van deze maand, zien we vooraan in Tivoli een blonde twintiger. Op het podium, tegenover hem, staat een tweetal uit Baltimore, Maryland: Beach House. Ieder woord dat over de lippen van zangeres Victoria Legrand komt, synchroniseert de jongen moeiteloos mee. Met hetzelfde gemak tikt hij met zijn vingers de drumpartijen van tourlid Daniel Franz mee en weet hij ogenschijnlijk eenvoudig de gitaarlijntjes van ieder nummer op de setlist te reproduceren. Beach House timmert nu al zo’n kleine tien jaar aan de weg en leverde sinds de oprichting in 2004 louter vakwerk af, maar verkoopt het poppodium aan de Oudegracht desondanks met de grootst denkbare moeite uit.
Hoe dat komt? Wellicht omdat de blonde jongen uniek in zijn soort is; Beach House beschikt niet over een enorme fanbase. En dat terwijl de dromerige indiepop allesbehalve ontoegankelijk is. Met Teen Dream, hun derde plaat leken ze in 2010 eindelijk de stap naar mainstream succes te maken, maar het verdiende resultaat bleef achterwege. Opvolger Bloom (2012) was opnieuw een feilloze plaat, maar ook die leverde het Amerikaanse duo niet de bekendheid op die ze verdient. Want dat Beach House meer verdient, dat onderstrepen ze vanavond nog maar eens.
Legrand, bijvoorbeeld. Op de platen weet ze met haar elegante, unieke vocalen de luisteraar al in een soort trance te krijgen, maar live blijkt dat nog meer te gelden. Neem ‘Walk In The Park’, waarin ze in het refrein iedere keer met perfect opgebouwde uithalen indruk maakt. Of bijvoorbeeld het door The Weeknd gebruikte ‘Master of None’, dat na zeven jaar – gelukkig – nog steeds niet van de setlist verdwenen is. Maar ook gitarist Alex Scally schittert van begin tot eind. Hoewel de songs niet door een specifieke pijler gedragen worden, is de muzikale bijdrage van Scally wel veelbepalend voor het geluid, zowel op plaat als live. In het geweldige (hitje) ‘Norway’ sneeuwt de subtiliteit van het gitaarwerk nog enigszins onder, maar in een nummer als ‘New Year’ onderstreept de mannelijke helft van het duo – middels die zelfde subtiliteit - zijn klasse eens te meer.
Ondanks de feilloze uitvoering van de uitgebreide setlist – de drie staan zo’n anderhalf uur op het podium – kun je je niet aan het gevoel onttrekken dat er iets mist. Legrand en de haren staan zo’n drie meter naar achteren op het podium, waardoor het nooit echt tot een echte relatie tussen band en publiek komt. De geweldige lichtshow – vergelijkbaar met die van bijvoorbeeld Yeasayer en The XX: uitgebreid, maar niet overdadig – compenseert dit gemis grotendeels, maar er viel vanavond nog veel meer winst te boeken voor Beach House. Toch kan het met deze kwaliteit haast niet anders dat de blonde twintigers zich gaan vermenigvuldigen. En dat mag ondertussen ook wel eens.
COAL CHAMBER -11/6 - 013Drie dagen achter mekaar heeft 013 "die bands van vroeger" op de planken. Zo...
SKUNK ANANSIE - 8/7 - TIVOLI Sommige bands zijn te goed om uit elkaar te gaan. Zoals het Engelse Skunk...