VERSLAG: Francis Pronk
Sparks - 09-06 - TivoliVredenburg
Cultband Sparks is weer in het land. De Domtoren in hartje Utrecht speelt Sparks’ hit ‘This Town Ain’t Big Enough For Both Of Us’ ter gelegenheid van dit concert.
Het is de eerste keer dat het Amerikaanse duo in Utrecht speelt. De show is echter verplaatst van de Ronda naar de Pandora, maar dat mag de pret niet drukken: de zaal is namelijk bomvol.
De band viert dit jaar haar gouden jubileum. The Rolling Stones zijn ook al 50 jaar bij elkaar en verkondigen dit overal, Sparks is meer ingetogen en verkondigt het niet. De band begon in 1968 onder de naam Halfnelson en heeft deze later veranderd in Sparks. Met meer dan twintig albums om materiaal van te kiezen, ontbreekt het niet aan nummers. Maar de meeste nummers die vanavond gespeeld worden, komen van het meest recente album ‘Hippopotamus’. De set wordt bijvoorbeeld geopend met het krachtige ‘What the Hell Is It This Time?’. Russell's stem is onmiddellijk herkenbaar en heeft nog steeds veel weg van zijn stemgeluid uit de jaren zeventig. Bij ‘Hasta Manana Monsieur’ tovert Russel castagnetten tevoorschijn.
Zanger Russell Mael en toetsenist Ron Mael vormen Sparks en worden bijgestaan door een band, bestaande uit jonge muzikanten. Ze zijn vanavond allemaal gekleed in het roze, met Russell in het bijzonder in een elegante militair-achtige blazer. De rest draagt een spijkerjas. Ron draagt een babyroze stropdas, een hoog opgetrokken broek en een witte blouse. En een leuk feitje: alle bandleden dragen precies dezelfde schoenen.
Sparks maakt krachtige, zeer toegankelijke popmuziek met een vreemde en grappige twist. Nummers als ‘Hippopotamus’ en ‘Edith Piaf (Said It Better Than Me)’ toveren een lach op ieders gezicht als het op de songteksten aankomt. Daarna volgt het beroemde lied van Frank Sinatra, dat is geschreven door Claude Francois: ‘My Way’. Het eerste couplet wordt gezongen, voor ze over gaan naar Sparks-hit 'When Do I Get to Sing "My Way”’.
Ron zit het gehele optreden stilzwijgend achter zijn keyboard en behoudt het hele optreden dezelfde droge gezichtsuitdrukking. Met geen enkele glimlach op zijn gezicht en zijn kenmerkende snor is hij absoluut het icoon van de band. Echter, wanneer ‘The Number One Song in Heaven’ wordt gespeeld, kruipt hij achter zijn instrument vandaan en trekt hij zijn babyroze stropdas los, gooit deze in het publiek en start een zeer entertainende dans. De fans juichen en na dit hoogtepunt in de set, gaat de band over naar het onvermijdelijke 'This Town Ain’t Big Enough For Both Of Us’ van doorbraakalbum ‘Kimono My House’ uit 1974. Na toegiften ‘Change’ en ‘Amateur Hour’ worden alle bandleden voorgesteld en knielt iedereen aanbiddend voor Ron.
Russel is duidelijk ontroerd aan het eind, want het applaus is ongelofelijk. Het is een genot om te zien dat het talent van de gebroeders Mael nog steeds intact is en dat ze ondanks hun leeftijd (69 en 72 jaar) nog steeds in topvorm zijn.
FOTOGRAFIE: Eva Bakker
GUUS MEEUWIS - GROOTS MET EEN ZACHTE G - 08/06 -...Guus Meeuwis streek dit weekend weer neer in het Philips Stadion met zijn...
HATEBREED - 09/06 - MEZZ Hatebreed bracht vanavond een hoop hardcore en energie naar het podium van...